Volgens dr. F. Roumen van het Atrium zijn die keizersnedes het gevolg van niet–geslaagde pogingen om weeën op te wekken en die ontstaan weer als de baarmoederhals nog niet genoeg geopend is. „Rijp", noemt Roumen dat maandag. „Als het inleiden na een of twee dagen nog niet lukt, is iedereen het meestal zat en wordt besloten tot een keizersnede."

Maar als er geen medische aanleiding is om het kind zo snel mogelijk te halen, is het volgens Roumen voor zowel moeder en kind beter om te wachten. Hij pleit er daarom voor dat gynaecologen altijd eerst de baarmoeder onderzoeken als er geen medische gronden zijn om een bevalling op te wekken. Het is volgens hem met een eenvoudig inwendig onderzoek mogelijk om te voelen of de baarmoederhals voldoende ’rijp’ is. Gynaecologen meten die rijpheid aan de hand van de zogeheten Bishop–score. Als deze laag is (vijf of nog lager), dan is de kans groot dat inleiden niet slaagt.

De onderzoekers gingen er vanuit dat bevallingen vaker uitlopen op een keizersnede als er een medische reden is voor het inleiden. Uit het onderzoek naar ongeveer 1400 zwangere vrouwen die nog niet eerder bevallen waren, blijkt echter dat het niet uitmaakt of er een medische reden is voor het met medicijnen opwekken van de bevalling, of niet, vertelde de gyneacoloog.

Roumen en zijn collega’s bestudeerden bevallingen van 435 vrouwen die op medische indicatie ingeleid werden, 189 ingeleide bevallingen waar geen medische aanleiding voor was en een controlegroep met 765 spontane baringen. Daaruit bleek dat de kans op een keizersnede bij spontane bevallingen 12 procent en bij al een dan niet op medische indicatie ingeleide bevalling 24 procent was.

Overigens is volgens Roumen niet bekend bij hoeveel vrouwen met medicijnen weeën worden opgewekt, terwijl er geen medische aanleiding voor is. Hij heeft wel de indruk dat het toeneemt. Het totaal aantal inleidingen in Nederland is volgens hem de afgelopen jaren constant gebleven.