‘Spoorchristenen’ zoeken elkaar op
International Railway Mission is een wereldwijd netwerk van christenen die bij spoorwegen werken. In augustus komen de ‘spoorchristenen’ voor een conferentie naar Lunteren om van elkaar te leren en samen te bidden.
Maarten Pijnacker Hordijk, medewerker van spoorwegbeheerder ProRail, is de motor achter bedrijfsgebed.nl en christenzijnopjewerk.nl. Een bezoekje aan deze websites leert dat op zo’n driehonderd locaties in Nederland regelmatig zogeheten bedrijfsbidstonden worden belegd. Ook zijn in meer dan veertig branches netwerkgroepen van christenen actief.
Een daarvan is het Nederlands Netwerk van Christenen in de Spoorwegbranche (NNCS), kortweg Spoorchristenen. Dat fungeert als Nederlandse tak van de al in 1926 opgerichte International Railway Mission (IRM). Bij het NNCS zijn ruim driehonderd medewerkers van spoorbedrijf NS, ProRail en andere bedrijven uit de spoorsector aangesloten. Pijnacker Hordijk beheert de website spoorchristenen.nl.
Wat doet het netwerk Spoorchristenen precies?
„Een aantal van onze mensen komen meestal wekelijks bij elkaar om samen te bidden, onder meer in Utrecht, Heerlen en Zwolle. Zo nu en dan houden we een landelijke bijeenkomst. Verder houden we via de e-mail contact met elkaar. Daarbij spelen we in op de actualiteit. Een paar weken geleden bijvoorbeeld lieten we mensen nadenken over de vraag: Weten je collega’s dat het Pasen is? Ook hebben we een paar keer een Alpha-cursus op de werkplek gehouden. Dat doen we in eigen tijd, in de pauzes.”
Waarom vindt u het belangrijk om samen te bidden?
„Wij geloven in de kracht van het gebed. Vooral collega’s die op de trein rijden maken soms heftige dingen mee. Denk aan zelfmoord door mensen die voor de trein springen. Dat heeft een enorme impact op machinisten en conducteurs. Wij bidden daarom altijd tegen zelfmoordpogingen, tegen aanslagen en vóór veiligheid. Verder bidden we voor allerlei andere dingen die spelen, voor projecten die lopen of voor het werk van de ondernemingsraad.”
Wat merken reizigers en collega’s van het bestaan van jullie netwerk?
„We gaan niet actief evangeliseren in de trein, dat mag niet. Wel komt het soms tot individuele gesprekken met reizigers.
We maken elk jaar een kalender met mooie treinenfoto’s en teksten uit de Bijbel. Die verspreiden we onder collega’s in het hele land, met de vraag om de kalender op de werkplek op te hangen. Als iemand dan langskomt en die foto’s ziet, kan het tot een gesprek over het geloof komen. Tijdens de conferentie, die van 2 tot 9 augustus wordt gehouden, gaan we onze kalender op een paar stations ook breder uitdelen onder conducteurs en machinisten.”
De conferentie biedt ook gelegenheid voor pastoraat. Vergt pastoraat aan spoorwerkers een andere aanpak dan bijvoorbeeld een gemeentepredikant kan bieden?
„Dat kan ik zo niet zeggen. Wél weet ik dat er in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland speciale spoorwegpastors zijn. IRM-president Ueli Berger is er een van. Hij is machinist bij spoorbedrijf SBB in het Zwitserse Bazel en railpastor. In Engeland hebben de vele particuliere spoorbedrijven gezamenlijke ‘railchaplains’ aangesteld. In Nederland kennen we dat niet. Maar we hebben wel degelijk opvang, bijvoorbeeld na een zelfmoord op het spoor. Hier is de opvang neutraal.”
Wat gaat u de collega’s uit binnen- en buitenland aanbieden?
„Er zijn lezingen rond het conferentiethema God@Work, we geven allerlei workshops en er is tijd voor uitwisseling van ervaringen, gebed en pastoraat. En we gaan een paar excursies organiseren. Bijvoorbeeld naar de revisiewerkplaats van de spoorwegen in Haarlem, waarbij we ook het Corrie ten Boomhuis willen bezoeken. We hopen op enkele honderden congresgangers uit diverse Europese landen, India, Singapore, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. Ook daggasten zijn hartelijk welkom. De voertaal is Engels en Duits, waarbij er ook vertaling is in het Nederlands.
Bijzonder is nog dat de IRM tijdens het congres een nieuwe naam krijgt: RailHope International. Ons Nederlandse netwerk NNCS heet voortaan RailHope Nederland Spoorchristenen. Die nieuwe naam wijst erop dat wij hoop hebben. Zoals de apostel Paulus schrijft: onze hoop ligt in Jezus Christus.”