Nederlandse bijdrage Biënnale geopend
Cultuurminister Ingrid van Engelshoven heeft woensdag de Nederlandse tentoonstelling op de 58e Biënnale van Venetië geopend. Iris Kensmil (1970) en Remy Jungerman (1959) vertegenwoordigen ons land tijdens deze editie van de internationale beeldende kunsttentoonstelling. De Nederlandse expositie heet The Measurement of Presence. Benno Tempel (1972), directeur van het Haagse Gemeentemuseum, is de curator.
Kensmil kijkt vanuit zwart feministisch perspectief en laat de bezoeker kennismaken met zwarte auteurs, filosofen, activisten en musici, aan de hand van installaties en geschilderde portretten. Jungerman ontwierp twee installaties waarin hij verwijst naar voorouders die je in Nederland kunt hebben, dus ook uit andere landen en culturen. Hij wil daarmee tot verbinding en toekomstgerichte gesprekken komen.
Kunst kweekt empathie en waardering voor diversiteit, aldus de bewindsvrouw bij de opening. „En daar kan de samenleving best wat meer van gebruiken.” Het belang van diversiteit beperkt zich niet tot individuele kunstenaars, vervolgde ze. „Het is ook van belang voor de kunstensector als geheel. De sector is op zoek naar nieuw publiek, terwijl nieuwe genres de kop opsteken, en nieuwe doelgroepen zich aandienen. De sector staat nu voor de opdracht om zich daartoe te verhouden, en al die perspectieven met elkaar te verenigen.” Daarbij moet het nieuwe worden omarmd „zonder het oude kwijt te raken”, zei ze.
Het in 1954 door architect Gerrit Rietveld ontworpen paviljoen in de Giardini in Venetië is ook nu weer de plaats van de Nederlandse inzending. De Biënnale duurt tot eind november.