Binnenland

Tien jaar na de Naald

„Koninginnedag heeft zijn onschuld verloren.” „Open sfeer op 30 april moet blijven.” Geschokt probeerde Nederland na de aanslag bij de Naald in Apeldoorn –dinsdag tien jaar geleden– vast te stellen wat er nog overbleef van het onbezorgde volksfeest dat de verjaardag van de vorstin sinds jaar en dag was.

L. Vogelaar
30 April 2019 08:29Gewijzigd op 16 November 2020 15:54
De Suzuki van Karst T. kwam niet tegen de bus van de koninklijke familie, maar tegen de Naald tot stilstand. De aanslag op 30 maart 2009 had gevolgen voor de beveiliging van grote evenementen. beeld ANP, Vincent Jannink
De Suzuki van Karst T. kwam niet tegen de bus van de koninklijke familie, maar tegen de Naald tot stilstand. De aanslag op 30 maart 2009 had gevolgen voor de beveiliging van grote evenementen. beeld ANP, Vincent Jannink

We laten het ons niet door één dwaas afnemen, werd grimmig –wel wat onzeker– vastgesteld. De overheid kon zich echter geen naïviteit veroorloven. Toen ”de Naald” na een jaar werd herdacht, vond de Apeldoornse burgemeester dat de beveiliging „het absurde” naderde: de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding was erbij betrokken, de omgeving werd met betonblokken gebarricadeerd, omwonenden mochten hun auto niet op de oprit laten staan, en Apeldoorn moest zelfs met incidenten met zeppelins en parachutisten rekening houden.

Intussen liepen Wemeldinge en Middelburg zich warm voor de eerste Koninginnedag na het incident. De geruchten waren niet van de lucht: omwonenden mochten niet meer vanuit hun dakraam of vanaf het balkon naar de koningin kijken, mensen mochten hun huis zelfs niet uit en eventuele logés moesten ze bij de gemeente melden.

Zo erg was het allemaal niet; wel werden de plaatsen afgesloten voor verkeer, losse objecten zoals bloembakken moesten weg, bomverkenners speurden de route af en het publiek mocht zich niet van vak naar vak verplaatsen.

De dag verliep ontspannener dan menigeen voor mogelijk hield. „We hebben allemaal met een zekere spanning naar vandaag uitgekeken. U heeft ons Koninginnedag teruggegeven”, zei koningin Beatrix in haar dankwoord. Na regen was er zonneschijn gekomen, ook letterlijk die dag.

2019-04-27-katZA1-Op_de_avond_van_die_zwarte_30e-2-FC-V_web.jpg
Op de avond van die zwarte 30e april sprak koningin Beatrix het volk toe. beeld RD, Henk Visscher

Slachtoffers

En dat alles na het drama bij de Naald, de 17 meter hoge obelisk, in 1901 een geschenk van de Apeldoornse bevolking bij het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hendrik.

Rijendik staat het publiek op 30 april 2009 te wachten tot de open bus met de koninklijke familie de bocht van de Loolaan naar de Zwolseweg neemt. Die bus is het doelwit van de 38-jarige Karst T. uit het Gelderse Huissen als hij rond 11.50 uur het publiek van achteren nadert. In volle vaart ramt zijn zwarte Suzuki Swift de dranghekken en rijdt hij op de menigte in. De auto komt met een doffe klap tot stilstand. Niet tegen de bus, maar tegen de Naald.

De dader is nog aanspreekbaar en geeft aan dat zijn actie tegen de koninklijke familie gericht is. In het ziekenhuis bezwijkt hij ’s nachts aan zijn verwondingen.

Uit het publiek komen drie mannen en twee vrouwen om. Er worden vier zwaargewonden en acht lichter gewonden geteld: vijf mannen, vier vrouwen, en daarnaast drie kinderen – zestien, vijftien en negen jaar oud.

Herdenking

De feestvreugde is opeens voorbij. Een beveiliger maant de koninklijke gasten te gaan zitten en de bus rijdt in verhoogd tempo richting Paleis Het Loo. De rest van het programma gaat niet door. Ook elders in het land worden activiteiten afgelast. Op de rijksgebouwen gaan de vlaggen halfstok. De koningin verschijnt op de televisie om haar medeleven te betuigen met gewonden en nabestaanden van de slachtoffers. Ze maakt ook al snel duidelijk dat ze zich de Koninginnedagviering niet laat ontnemen.

Dat is allemaal alweer tien jaar geleden. Betrokkenen komen op 30 april in Apeldoorn bij elkaar voor een herdenking.

Beveiliging

Deze zaterdag is het Koningsdag. Veiligheid is ongetwijfeld een belangrijke reden waarom de koning op zijn verjaardag niet meer twee plaatsen bezoekt, maar slechts één: Dordrecht in 2015, Zwolle in 2016, Tilburg in 2017, Groningen in 2018 en dit jaar is Amersfoort aan de beurt.

De organisatoren treffen tal van veiligheidsmaatregelen, voor een deel bewust heel zichtbaar, het andere deel hangen ze niet aan de grote klok. De omgeving wordt met betonblokken en politiebusjes afgezet. Er zijn meer agenten in touw dan vroeger. Ze staan niet alleen langs de route, maar begeven zich ook onder het publiek, voor een deel in burger. De politiemensen krijgen een cursus proactief signaleren (PAS), waarna ze mensen met afwijkend of verdacht gedrag verwijderen. Soms worden er tassen gecontroleerd, mensen gefouilleerd.

Dat gebeurt ook door andere beveiligers, zoals die van de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging (DKDB). Elk lid van de koninklijke familie wordt vergezeld door zo’n man met een draad uit zijn oor. Een van de beveiligers draagt een lange, dunne tas. Het betreft een kogelwerend scherm dat met één ruk kan worden uitgeklapt.

Risico’s accepteren

Intussen zetten de gemeenten zich in om het bezoek vooral ontspannen en feestelijk te doen lijken. Het Oranjehuis hecht aan de persoonlijke contacten tussen vorst en volk. Die zijn omschreven als het zuurstof voor de populariteit van de monarchie, terwijl ze tegelijkertijd een nachtmerrie voor beveiligers vormen.

„We leven in moeilijke tijden. Maar we moeten gewoon doorgaan met feestvieren, met onze manier van leven”, zei koning Willem-Alexander in 2016, toen Koningsdag in Zwolle extra beveiligd werd vanwege terroristische aanslagen in Brussel. Intussen drong de voorzitter van de Oranjebond aan op matiging: „Als er een keer iets gebeurt, hebben we in ieder geval geprobeerd het te voorkomen. Maar waar ik voor pleit is dat we weer durven accepteren dat er risico’s zijn. En dat je niet moet proberen die allemaal in kaart te brengen en op voorhand te elimineren.”

2019-04-28-katZA1-Schrik_in_de-2-FC-V_web.jpg
Schrik in de koninklijke bus. beeld Jaco Klamer

Jarenlang bang voor sirenes

We liepen –vader, moeder, zus Mariska (6), broertje William (2) en ik (4 jaar)– midden op de Jachtlaan en stonden stil bij de dranghekken. Na vijf minuten bedachten mijn ouders dat we wel iets dichter bij de Loolaan konden gaan staan.

Na een kwartiertje wachten kon je aan het publiek merken dat de koninklijke familie eraan kwam. Ik zat hoog op papa’s schouders. ’k Hoorde een geluid, keek naar links en zag een kleine, zwarte auto met hoge snelheid door het publiek rijden, richting de bus. Ik zag dingen door de lucht vliegen. Mensen gilden. Er brak paniek uit.

Papa zette me op de grond. We gingen gauw naar de auto, maar er was overal lawaai: politieauto’s, politiemotoren, ambulances, helikopters.

Papa en mama konden een geluid geen plaats geven. Ze gingen op zoek naar geluidsfragmenten en kwamen erachter: het was het geluid van mensen die vanuit de lucht op de grond vielen. Toen werd ook duidelijk wat we boven het publiek hadden gezien.

We hebben er nog weken over gepraat en zijn ook teruggeweest naar de onheilsplek. Ik was jarenlang bang voor sirenes en voor plaatsen waar veel mensen waren. Toen ik 12 jaar was, heb ik EMDR gekregen om het gebeuren te verwerken.

We zijn wonderlijk bewaard doordat we niet op de Jachtlaan zijn blijven staan. Het was precies de plek waar de auto van Karst T. doorheen is gereden.

Esther Stomphorst, Barneveld

Twee kinderen, 6 en 7 jaar oud, zetten we voor de dranghekken, zodat ze alles goed konden zien. Onze baby hadden we op de arm. We stonden te filmen toen de auto maximaal 5 meter bij ons vandaan door de menigte reed. We zijn zo snel mogelijk vertrokken om de kinderen de verschrikkelijke beelden te besparen.

Fam. N. A. Groeneveld, Werkendam

We zagen de koninklijke bus om de hoek komen. Opeens hoorden we vlak bij ons harde knallen, zagen een grote rookwolk, er schoot iets langs ons heen, mensen schoven over het asfalt en vlogen door de lucht. Een bomaanslag, dachten we.

De mensen om ons heen renden weg, wij ook, tot we op een rustiger plek kwamen. Mijn man liep terug om te bekijken of hij kon helpen. Terwijl ik, nog trillend op mijn benen, bleef wachten, kwam er een jonge vrouw langs en we kregen een gesprek. Ze bleef bij me tot mijn man terug was en nodigde ons uit mee te gaan naar haar huis.

G. P. Sinke-van Oostrum, Krabbendijke

Koninginnedag_2009_Maleen_web.jpg
Eerst nog in feeststemming. beeld Marleen Rozema-Beverloo

Als de auto niet was afgeweken naar de Naald, was hij recht op ons afgekomen… Vlak naast ons stonden vrijwilligers van het Rode Kruis en die zijn gelijk mensen gaan helpen.

Ik belde direct naar huis; heb alleen maar gegild, gehuild. Mijn vader vroeg: „Wat is er aan de hand?” „Er is hier zoiets vreselijks gebeurd…” Hortend en stotend verteld wat er gebeurd was, maar ook dat wij niets hadden. We zijn op de stoep gaan zitten, zeer verslagen.

Precies een week later opende koningin Beatrix in de Grote Kerk van Dordrecht het Calvijnjaar. Ik ben er bewust naartoe gegaan, om te zien dat het ook anders kan, zonder aanslag. Gelukkig ging het goed, al was er wel enorme beveiliging omheen.

Marleen Rozema-Beverloo, Hendrik-Ido-Ambacht

Koninginnedag_2009_bus_web.jpg
Daar komt de bus... net voor de aanslag. beeld Marleen Rozema-Beverloo

30 april 2009, een zeer feestelijke dag, aanvankelijk. Lang naar uitgezien. Schitterend, warm weer. Mijn vriendin en ik twijfelden: bij de Naald gaan staan of bij de Kerklaan. Het werd de Kerklaan, waar de koninklijke familie lopend langs zou komen.

Toen kwam dat bizarre moment dat de optocht ineens stagneerde. Eindeloos veel sirenes, mensen belden, politiemensen gingen op hun fiets met een noodgang naar de Naald.

We zijn naar Hoog Soeren gefietst. Daar hebben we een poos bij de kapel gezeten en het gebeuren op ons laten inwerken.

Bij de Naald stonden veel leerlingen van onze school met hun ouders en ook diverse collega’s. Het heeft me zeer verwonderd dat niemand van hen tot de slachtoffers behoorde.

De gevoelens van Nederland werden door H.M. onze koningin vertolkt met een verklaring die begon met een diepe zucht.

Mieneke van Hattem, Apeldoorn

We waren vroeg opgestaan om Koninginnedag voor het eerst live mee te maken. We vonden een mooi plaatsje op de rechterrijbaan aan het einde van de Jachtlaan, voor de dranghekken.

Na een kwartier bedacht ik: met vijf jonge kinderen hier nog twee uur wachten, dat gaat hem niet worden. We besloten naar Paleis Het Loo te lopen; daar hadden de kinderen speelruimte.

Het wachten werd eindelijk beloond: daar kwam de bus. Allemaal in spanning; goed kijken! De bus reed snel voorbij, de familieleden zaten wat voor zich uit te kijken, prins Maurits was de enige die stond (gebogen over zijn tante Beatrix) en een handje opstak.

De kinderen waren beduusd. Ik zei tegen mijn man: „Nou dat doen we ook nooit meer, zeg! Zo veel moeite gedaan… Kom, we gaan naar huis…” Niet wetend dat de Heere ons gezin zo beschermd had! Wij hadden anders op de plaats gestaan waar Karst T. door de dranghekken is gereden.

Pier en Marion de Jong, Ermelo

Op het voorplein van Paleis Het Loo zou een defilé worden afgenomen omdat het de honderdste geboortedag van koningin Juliana was. Er mochten mensen van het Julianaziekenhuis en de Julianaschool meedoen en degenen die het langst in de Julianalaan woonden. En laat ik nu tot die laatste groep behoren!

We hoorden over een aanrijding en zagen dat de leden van de koninklijke familie aangeslagen in de bus zaten, met verschrikte gezichten, sommigen met de handen voor de ogen. We probeerden onze gezinsleden elders langs de route te bereiken, maar het telefoonnet was overbezet. Er heerste grote verwarring.

Toen het bericht kwam dat iedereen naar huis moest gaan, liepen we met honderden mensen door de wijk Het Loo. Wat een verschil met ’s morgens: toen overal vrolijke gezichten, nu waren de mensen bedrukt. Sommigen huilden, sommigen waren boos.

Bij het oversteken van de Zwolseweg moesten we wachten op een ziekenauto. Toen gezegd werd dat Karst T. erin lag, begonnen mensen te schreeuwen dat het een schande was als die man een medische behandeling zou krijgen. Ze riepen scheldwoorden. Het liefst hadden ze de auto tegengehouden. Zo kunnen mensen elkaar ophitsen.

S. Wassink-Medema, Apeldoorn

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer