De apostel Paulus leert ons vergenoegd te zijn met het tegenwoordige, ook al hebben we nauwelijks kleding en voedsel. Hij bevestigt deze les met zijn eigen voorbeeld. Hij, die een apostel was, begeerde immers geen bezoldiging van een gemeente en onder zijn moeilijke dienst in het midden van zijn verdrukking werkte hij met zijn handen om zijn brood te winnen en niemand lastig te vallen. Want hij had van God geleerd wat hij aan Timothéüs schreef: dat de godzaligheid met vergenoeging een groot gewin en tot alle nut is, dewijl zij de belofte heeft van het tegenwoordige en het toekomende leven.Wentel dan uw weg maar op de Heere en vertrouw op Hem, want Hij zal het maken (Psalm 37:5). Zie nooit op uw meerdere, maar altijd op het mindere. Zie op zo veel arme mensen die vanwege honger en kommer genoodzaakt zijn om hun brood bij de deuren te bedelen. Dan zult u nog overvloedige reden hebben om met uw deel tevreden te zijn en God te danken, omdat Hij u nog vergunt uw brood te eten en uw water te drinken uit uw bornput.

Ja, zie naar het voorbeeld van de apostelen. Ofschoon zij in Christus het recht tot alle dingen hadden, waren zij met een gering aandeel in dit leven tevreden en onder alle verdrukkingen vergenoegd.

Wilhelmus Themmen, predikant te Nijkerk (Nuttige zamenspraken van een Heylsoekende Leeraar, 1736)