Sorolla, schilder van de Spaanse zon
Sorolla schilderde de Spaanse zon. Zijn krachtige schilderijen vibreren van licht en kleur en het is onmogelijk om niet onder de indruk te raken. Van zijn enorme ambities, de bravoure van zijn penseelstreek en de schoonheid van zijn werk.
De National Gallery in Londen laat met de tentoonstelling ”Sorolla. Spanish Master of Light” zien dat Joaquin Sorolla y Bastida (1863-1923) terecht een plaats verdient tussen zijn veel beroemdere landgenoten Francisco Goya en Pablo Picasso.
Sorolla komt ter wereld in Valencia en verliest al op 2-jarige leeftijd, bij een cholera-uitbraak, zijn ouders. Zijn oom en tante nemen hem en zijn zus onder hun hoede. Als kind al blijkt de jongen uitstekend te kunnen tekenen en schilderen en op 15-jarige leeftijd schrijft hij zich in bij de kunstacademie. Zijn toekomstige schoonvader, de fotograaf Antonio Garcia Peris, stimuleert Sorolla kunstenaar te worden: Antonio koopt voor hem zijn militaire dienst af met een flinke som geld. Bovendien schenkt hij de jonge Sorolla atelierruimte op de bovenste verdieping van zijn woning en stuurt hem op zijn achttiende naar het Pradomuseum in Madrid. Daar raakt Sorolla onder de indruk van Diego Velazquez, hofschilder van de Spaanse koning Filips IV, die met licht en kleur in staat is portretten leven in te blazen, ongeveer zoals Frans Hals en Rembrandt dat tegelijkertijd in Nederland deden. Onmiskenbaar blijven die ingrediënten, geschilderd in een vlotte, trefzekere penseelstreek, aanwezig in het werk van Sorolla.
Sociale onrust
Zijn kunstenaarscarrière start rond 1890, een periode van grote sociale onrust in het land. Het Spaanse Rijk houdt op te bestaan en Spanje verliest zijn overzeese gebieden. Sorolla schildert monumentale doeken over de realiteit en ontberingen van het leven van zijn landgenoten. Zijn eerste grote succes is ”De andere Marguerita!”. Op het doek is een gearresteerde vrouw te zien, beschuldigd van moord op haar kind. De kunstenaar zag deze vrouw in een trein, op weg naar de rechtbank, en legde haar zo realistisch mogelijk vast. Grauwe kleuren, licht dat flauwtjes op haar gezicht schijnt; als toeschouwer ben je getuige van het drama dat zich in de bedompte coupé afspeelt.
Ook andere sociale thema’s schuwt Sorolla niet. De rijkdom van de Rooms-Katholieke Kerk tegenover de armoede van het volk. Badende kinderen die lijden onder de gevolgen van hun aan alcohol verslaafde ouders en een fabriek vol vrouwen die rozijnen verpakken, in die tijd een belangrijk Spaans exportproduct. Opvallend zijn de felle zonnestralen, die dwars door elke sombere compositie heen knallen. Alsof de schilder uitzicht wil geven op naderende betere tijden.
Topstuk is ”Zeilen maken” uit 1896. Onder het dwarrelend licht van een bloeiende pergola van geraniums werkt een vissersfamilie aan het zeil van haar boot. De vrolijkheid spat van het doek af. De houding van de meisjes links, hun broer daartegenover die het zeil omhooghoudt, pa en ma die vlak voor een open deur staan en daarachter het strand met meer boten en de zee – hun bron van levensonderhoud. Het zeil neemt een groot deel van het schilderij in beslag, maar dat is niet storend met al die tinten wit en crème. Het schilderij krijgt vele prijzen en in 1905 koopt Venetië het op de biënnale van die stad.
Natte vis
Sorolla’s sterke betrokkenheid op maatschappelijke thema’s verdwijnt na 1900. Hij schildert meer joie de vivre, levensvreugde. Kennelijk houdt die ontwikkeling gelijke tred met zijn inkomen. Via zijn schoonvader –hij is intussen getrouwd met Clotilde– stuurt hij foto’s van zijn schilderijen naar musea wereldwijd. Zijn doeken verkopen goed, hij reist veel (en bezoekt Nederland in 1903 om Rembrandts werk te zien) en koopt een groot huis met binnenplaats in Madrid. Daar maakt hij zijn beroemde tuinschilderijen. In zijn onderwerpen weet hij werk en vrije tijd op een natuurlijke manier te combineren. ”Jonge visser” uit 1904 schilderde hij op het strand van Valencia, in de openlucht, onder een parasol tegen de zon. De jonge visser draagt zijn ochtendvangst in een mand, de vis nog nat. Overigens zijn die jongens die op de achtergrond in de zee spelen niet eens zo veel ouder dan de visser. Heel knap zet de schilder het onderscheid neer tussen direct zonlicht (op de arm en hoed van de jongen) en het reflecterend licht (op zijn rechterarm en buik). Ook dit werk krijgt lovende reacties op tentoonstellingen wereldwijd. Vele opdrachten volgen, waaronder staatsieportretten van de koning en koningin van Spanje (1907) en de 70 meter lange serie ”Vision of Spain” in de Spaanse Sociëteit van Amerika in New York (1911-1919).
Omdat na Sorolla’s dood in 1923 figuratie en impressionisme uit de mode raken en er talloze artistieke, vernieuwende bewegingen opkomen, wordt Sorolla lange tijd niet op waarde geschat. Meer dan honderd jaar na zijn laatste tentoonstelling in Londen (1908, Grafton Gallery), toen Sorolla nog ’s werelds beste levende schilder werd genoemd, is er eindelijk een eerbetoon aan deze Spaanse meester van het licht.
”Sorolla. Spaanse meester van het licht” is tot 7 juli te zien in de National Gallery in Londen, daarna van 10 augustus tot 3 november in de National Gallery of Ireland in Dublin.