Dakloze vluchtelingen zwerven langs kerken in Amsterdam
Ze zwierven bijna twee weken van kerk naar kerk. Nu biedt een woongroep vier nachten onderdak aan 47 dakloze asielzoekers die na de sluiting van de winteropvang in Amsterdam op straat staan. Hun toekomst is onzeker.
Vier Eritreeërs zijn vrijdagmiddag druk met tafelvoetbal, een ander groepje staat te poolen en twee mannen hangen voor een televisie. In een voormalige rooms-katholieke kerk in Amsterdam-Noord bivakkeren sinds donderdag 47 dakloze vluchtelingen.
”DeKerk” staat er op het raam. Een toren met klok herinnert aan de vroegere functie van het pand. Tegenwoordig verblijft woongroep DeKerk –negen personen– in de pastorie. De vroegere kerkzaal wordt gebruik voor sociale activiteiten. Buurtbewoners kunnen er onder meer terecht in een ”huiskamer voor de buurt” en een weggeefwinkel.
Eritreeër Haftom (17) zit met drie landgenoten aan tafel. Hij vertelt dat hij via onder meer Italië en Zwitserland naar Nederland kwam. Inmiddels is hij hier bijna acht maanden. Op grond van het zogeheten Dublinverdrag wilde de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hem terugsturen naar Zwitserland. Voor Haftom is dat geen optie. „Zwitserland zal me terugsturen naar Italië en dan beland ik daar op straat. De situatie voor vluchtelingen is daar heel slecht. Velen hebben geen onderdak. Voor eten zijn ze afhankelijk van hulporganisaties.”
Als asielzoekers achttien maanden in Nederland zijn, vervalt de Dublinclaim en kunnen ze hier asiel aanvragen, legt Annette Kouwenhoven uit. Ze is betrokken bij het Code Rood Netwerk van organisaties die zich over de ontheemden ontfermen.
Na sluiting van de winteropvang op 1 april stonden zo’n zestig mensen op straat. De bij het Code Rood Netwerk betrokken instanties, waaronder het Wereldhuis van de protestantse diaconie en de organisatie Amsterdam City Rights, vonden een opvangplek voor een groep vrouwen. Een oplossing voor 47 –veelal jonge– mannen bleek niet voorhanden.
Acht kerken boden de groep vervolgens elk een nacht onderdak, gevolgd door een islamitische basisschool. Donderdag konden de mannen in DeKerk terecht. „We waren het er met z’n negenen binnen een halfuur over eens: Dit doen we gewoon”, zegt Ivanka Annot, lid van de woongroep.
De freelancer in de sociale sector oogt ontspannen. Donderdag liep ze met de voornamelijk Afrikaanse mannen vanaf het Waterlooplein naar Amsterdam-Noord. „Het is een mooie groep mensen. We zeiden tegen hen: Doe alsof dit je huis is. Respect voor elkaar is de basisregel. Het gaat prima”, zegt Annot, terwijl een Eritreeër een bord met salade voor haar op tafel zet.
Tot maandagochtend kan de groep in de voormalige kerk blijven. Mede vanwege andere activiteiten is een langer verblijf geen optie. En dan? Annette Kouwenhoven van het Code Rood Netwerk weet het niet. Ze wijst erop dat alle mannen op de wachtlijst staan voor opvang door de gemeente en vindt dat die haar verantwoordelijkheid moet nemen. „Dit is een extreme situatie, een noodtoestand.”
Eerder deze week stond wethouder Groot Wassink (sociale zaken) de groep te woord. Of al deze mannen in aanmerking komen voor opvang, kon zijn woordvoerster vrijdagmiddag niet zeggen. „Ik ken niet alle details, maar een groot deel staat op onze wachtlijst. We hebben 400 opvangplekken en die zijn allemaal vol.”
Recent startte Amsterdam met de voorbereiding voor een pilot met een Landelijke Vreemdelingen Voorziening voor 500 uitgeprocedeerde asielzoekers. Zij kunnen daar anderhalf jaar blijven en moeten weken aan een toekomst binnen of buiten Nederland. „We streven naar kleinschalige locaties, waar ze weer de regie krijgen over hun leven.” Naar verwachting zijn de eerste plekken begin juli beschikbaar.
Het Amsterdamse raadslid Don Ceder (ChristenUnie) pleitte deze week voor een tijdelijke oplossing voor de groep van 47 ontheemden. Die kwam er niet. „De wethouder heeft gezegd dat hij het een vervelende situatie vindt, maar op dit moment is er geen andere opvang beschikbaar”, aldus de woordvoerster.
Maandag organiseert het Code Rood Netwerk in Pakhuis de Zwijger een manifestatie om met Amsterdammers in gesprek te gaan over een oplossing voor de komende tijd. „We doen een beroep op de Amsterdammers: We hebben jullie nodig. Misschien is er een vastgoedondernemer die een opvangplek heeft.”