Bonden willen hogere eisen aan materiaal stellen
Het materiaal waarmee Nederlandse soldaten onder extreme omstandigheden werken, moet in de toekomst aan hogere eisen voldoen. De huidige NAVO–standaard schiet voor situaties zoals die zich in Irak voordoen, tekort. Dat zeiden de voorzitters van de militaire vakbonden AFMP en VBM/NOV, Van den Burg en Debie, donderdag na afloop van een bezoek aan het Nederlandse detachement in Irak.
Volgens de beide voorzitters kan veel essentieel materieel, zoals aggregaten en koelsystemen, in de zinderende hitte alleen met veel kunst en vliegwerk aan de praat worden gehouden. Maar als er bijvoorbeeld een koelbox met voedsel uitvalt, kan de inhoud direct worden weggegooid, aldus Van den Burg. De NAVO–standaard die voorschrijft dat materieel een maximumtemperatuur van 50 graden moet kunnen verdragen, moet omhoog naar 60 graden, vindt Debie.
Het ministerie van Defensie erkent dat de extreme hitte problemen met het materiaal veroorzaakt. Het heeft de operationele inzet echter nooit verminderd, aldus een woordvoerder van de landmacht.
Maar problemen zijn er ook met de persoonlijke uitrusting van de soldaten. Driekwart van de mensen die Van den Burg had gesproken, had zelf nieuwe schoenen aangeschaft, omdat de standaarduitrusting in de hitte niet voldeed.
De vakbondsman hield aan zijn bezoek de indruk over dat in Den Haag een gebrek aan inlevingsvermogen bestaat voor dit soort extreme situaties. Zo is een deel van het wagenpark niet uitgerust met airco. Dat is volgens Van den Burg onverantwoord, omdat de intense hitte dan het reactievermogen van de militairen aantast. „Den Haag moet zich meer in dit soort zaken verdiepen, anders leidt dat onherroepelijk tot grote irritaties bij de uitgezonden manschappen."
De AFMP–voorman pleit verder voor een langer verblijf van de Nederlandse soldaten, als in maart volgend jaar blijkt dat de Iraakse autoriteiten het allemaal zelf nog niet aankunnen. „Als er dan geen goede vervanging is geregeld, moet Nederland langer blijven. Het zou zeer frustrerend uitpakken voor de uitgezonden militairen, als straks alles wat zij hebben opgebouwd in korte tijd teniet zou worden gedaan."
Zijn collega Debie is het daar niet mee eens. Hij vindt verlenging van het verblijf van de ongeveer 1300 manschappen op dit moment absoluut niet aan de orde. „Daar moet je nu geen voorschot op nemen."
Het CDA–Tweede–Kamerlid Ormel toonde zich donderdag verontrust door de bevindingen van de twee voorzitters over de materiaalproblemen. Hij zal minister Kamp van Defensie schriftelijk om uitleg vragen.