China komt EU tegemoet op top in Brussel
China is de Europese eis voor betere toegang van Europese bedrijven tot de Chinese markt en een meer evenwichtige handelsrelatie deels tegemoetgekomen. Peking deed op een top Brussel toezeggingen over zaken als staatssteun, openbare aanbestedingen en technologie-overdracht.
Er komt meer wederkerigheid in de relatie, zei EU-president Donald Tusk. „Een grote stap in de goede richting, maar er moet de komende tijd wel geleverd worden”, aldus Europees Commissievoorzitter Juncker.
Op de 21e EU-China-top schaarden de Chinese premier Li Keqiang, Tusk en Juncker zich achter een gemeenschappelijke verklaring. Overeenstemming werd pas bereikt nadat China zich bereid had getoond samen te werken om de wereldhandelsorganisatie WTO te hervormen. Dat moet leiden tot duidelijker regels voor eerlijke handel en minder overheidssubsidies aan de industrie.
Een „ambitieus” akkoord over investeringen waar beide grootmachten al jaren over onderhandelen moet volgend jaar zijn afgerond. China deelt het principe van een open markt voor inschrijving op publieke aanbestedingen en belooft hier snel werk van te maken.
Peking erkende dat het onwenselijk is dat bedrijven worden gedwongen technologische kennis over te dragen als ze investeren in China. Ook over intellectueel eigendom, wederzijdse erkenning van producten met zogeheten beschermde geografische indicatie en cyberveiligheid zijn afspraken gemaakt. De EU blijft zich openstellen voor Chinese bedrijven bij de aanleg van snelle 5G-netwerken.
Al met al beloven beide partijen zich in te zetten voor „eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld”. Over de uitvoering van de afspraken wordt eind dit jaar gerapporteerd.
De regeringsleiders van de EU-landen maakten er vorige maand een hard punt van dat de relatie met China - de onderlinge handel is goed voor ruim 1 miljard euro per dag - wederkerig moet zijn en dat ze daarvoor eensgezind en minder naïef moeten opereren. De Europese Commissie had kort daarvoor gesteld dat China niet alleen een strategische partner en economische concurrent is, maar ook een ‘systeemrivaal’, die zijn invloed in de wereld versterkt met een ander bestuursmodel.