A330 neemt plek van bejaarde KDC-10 over
Een KDC-10 tankt boven de Noordzee vier F-16’s bij in de lucht. Hoogte 8 kilometer, snelheid 555 km/uur. Nog even. Het vliegende tankstation van de luchtmacht –„een oud beestje”– maakt plaats voor een moderne Airbus A330 MRTT. „Ik kan niet wachten.”
De McDonnell Douglas KDC-10 ”Prins Bernhard” haast zich vanaf vliegbasis Eindhoven naar een oefengebied, pakweg 200 kilometer boven de Waddeneilanden. Het driemotorige toestel –één motor in de staart– voorziet jachtvliegtuigen van de internationale oefening Frisian Flag onderweg van brandstof.
Huzarenstukje. Vier Poolse F-16’s komen op 8 kilometer hoogte aanvliegen bij de T-264 voor een tankbeurt. De afstand tot de KDC-10 is hooguit 10, 15 meter. Tanken verloopt volgens vast recept. Links voorsorteren, rechts aanhouden, rechtdoor vliegen, rechts afslaan.
Een operator voorin de KDC-10 dirigeert het gevechtsvliegtuig naar de juiste positie. Behendig prikt hij een uitschuifbare, stalen brandstofstang (boom) in de vulopening (receptacle) van de F-16. Met 70 liter per seconde pompt hij de kerosine over. Kassabon volgt.
Gebreken
Bijtanken in de lucht is van essentieel belang in oorlogssituaties. Een F-16 kan pakweg twee uur in de lucht blijven. Door verschillende keren onderweg bij te tanken kan een jachtvlieger missies van vijf, zes uur uitvoeren.
De twee KDC-10’s –veertig jaar oud– naderen het einde van hun levensduur. De ”Prins Bernhard” en de ”Jan Scheffer”, in 1994 overgenomen van Martinair, staan steeds vaker met gebreken aan de grond. „De onderhoudskosten stijgen”, legt kolonel Jurgen van der Biezen (55) uit aan boord van het tankvliegtuig.
Een ingrijpende vlootvernieuwing –en daarmee een forse uitbreiding van de NAVO-tankcapaciteit– staat op stapel. De NAVO schaft acht nieuwe Airbus A330 MRTT (multi-role tanker transport) aan. Met een optie op nog drie. Nederland, Luxemburg, Duitsland, Noorwegen en België, deelnemer in het project, nemen samen de kosten voor hun rekening. De eerste A330 komt mei volgend jaar in dienst.
Het European Air Transport Command (EATC) coördineert vanaf vliegbasis Eindhoven de inzet van de tankers. Eindhoven krijgt vijf toestellen, Keulen drie. Kolonel Van der Biezen treedt aan als commandant van de multinationale eenheid van 370 man, waarvan 66 piloten.
De kolonel kijkt uit naar de kisten. „Absoluut. Het voelt alsof je op aflevering van je nieuwe auto zit te wachten. Als ik de toestellen zie, krijg ik een grote glimlach op m’n gezicht.” Aan de acht A330’s hangt wel even een prijskaartje van een slordige 2 miljard euro.
De voordelen van de A330 MRTT zijn echter groot, vertelt de KDC-10-gezagvoerder die eerder zijn sporen heeft verdiend op de F-16. „De KDC-10 vliegt nog ouderwets, hydraulisch, met stangen en kabels. In de A330 is alles elektronisch.”
De motoren van de Airbus zijn schoner, stiller en zuiniger. De twee A330-motoren verbruiken zo’n 4500 liter per uur, de drie KDC-10-motoren ongeveer 9000 liter. „Daardoor kunnen we meer kerosine afgeven aan de jachtvliegtuigen.”
Bovendien beschikt de nieuwe A330 over twee verschillende tanksystemen: via een vaste, uitschuifbare stang (boom; 70 liter/sec.) en via flexibele slangen (hose and drogue; 25 liter/sec.) aan elke vleugel. De KDC-10 kent alleen een boom. De Airbus kan daarmee ook Mirages, Eurofighters en Tornado’s van brandstof voorzien.
De Airbus kan in korte tijd worden omgebouwd tot een vliegende ziekenboeg met zes intensive care-units en zestien stretchers voor het vervoer van zwaargewonden uit oorlogs- of missiegebied. De A330 biedt verder plek aan 267 passagiers en 45 ton vracht.
Airbus levert de nieuwe A330’s af als gewone passagierstoestellen. Vervolgens bouwt de militaire tak van de Europese vliegtuigbouwer de toestellen in een jaar tijd om tot militair tank- en transportvliegtuig. „Ze worden van binnen volledig gestript.”
Omslachtig, geeft de kolonel toe. Een andere optie is er niet. „Airbus heeft een strak productieschema. Afwijkende opdrachten zijn daarin te verstorend.” Hoeveel geld met de ombouw is gemoeid, wil de toekomstige commandant niet zeggen.
De luchtmacht werkt hard aan de omscholing van de achttien tankervliegers. Elke piloot moet bij Airbus een opleiding van drie maanden volgen voor z’n A330-vliegbrevet (typerating), waaronder tachtig uur op de vliegsimulator. „De simulator is zó goed dat na de simulator slechts één echte vlucht nodig is.”
KLM
Twee luchtmachtpiloten vliegen twee jaar lang op een A330-passagiersvliegtuig bij KLM, één piloot van Air Tanker bij de Royal Air Force (RAF). „Om ervaring op te doen.” Bang dat de piloten blijven hangen bij een civiele maatschappij is de kolonel niet, ook al kunnen ze daar twee, drie keer zoveel verdienen. „De luchtmacht bestaat uit een klein, hecht team. Daar vlieg je niet van A naar B, maar voer je operaties uit die ertoe doen.”
Boven de Noordzee hangen de vier Poolse F-16’s slurpend aan de KDC-10. Om beurten. In twee, drie minuten volgetankt. Een piloot wuift. Dan geeft-ie volgas.