Muziek

Sigiswald Kuijken (75): eigenzinnige Vlaamse barokmusicus

Zijn barokensemble La Petite Bande werd wereldberoemd. Toch heeft Sigiswald Kuijken naar eigen zeggen nooit carrière willen maken en altijd alleen gedaan wat hij zelf wilde. De eigenzinnige Vlaamse violist-dirigent vierde onlangs zijn 75e verjaardag. Hoogtepunten waren er vele in de achterliggende decennia. En dieptepunten? „Ik zou het niet weten.”

5 April 2019 15:03Gewijzigd op 16 November 2020 15:42
Sigiswald Kuijken. beeld La Petite Bande
Sigiswald Kuijken. beeld La Petite Bande

Sigiswald Kuijken en zijn vrouw Marleen Thiers wonen sinds tien jaar in het West-Vlaamse Kortrijk. Ze hadden niets met het stadje, maar werden verliefd op het „wondermooie” begijnhof in het centrum, aldus een enthousiaste Thiers. „Paradijselijk! Ons huis behoort tot het mooiste begijnhof dat ik ken.”

Kuijken gaat voor naar de eerste verdieping. Daar is zijn werk- en muziekkamer. Her en der staan en hangen instrumenten: een klavecimbel, een barokviool, een viola da gamba van broer Wieland, met wie Kuijken veelvuldig musiceerde. „Hij is net 80 geworden en speelt niet meer.”

Het oog wordt getrokken naar de hoek die is ingericht voor meditatie. Aan de wand hangt een scala aan schilderijen, iconen en heiligenbeelden. Op de grond ervoor een plek om kaarsen te branden en twee lage bankjes. „Hier zitten mijn vrouw en ik regelmatig samen te mediteren.”

U groeide op als atheïst.

„Dat klopt. Ik had wel vanaf mijn 12e ontzag voor kunst. Ik was gevoelig voor schoonheid, wist dat er iets is dat ons ontstijgt. Noem het een heimwee naar het hogere. Toen ik een jaar of 19 was, kwam ik in aanraking met de dagboeken van pater Pieter van der Meer de Walcheren. Ik zocht hem op in de abdij van Oosterhout. Een geweldig mens! Door wat hij zei en schreef, gaf ik me gewonnen aan het hogere. In dit geval het christelijk geloof; ik ben op m’n 22e in de Rooms-Katholieke Kerk gedoopt. Maar als ik in India had geleefd, was ik waarschijnlijk hindoe geworden. Het gaat volgens mij in alle religies om hetzelfde.”

U komt niet vaak in de kerk?

„Pieter van der Meer de Walcheren adviseerde ons destijds al om buiten de kerk te blijven. Ik heb niet veel met het instituut, lees niet vaak in de Bijbel. Het verhaal van Jezus is prachtig. Maar vraag me niet te geloven dat alles letterlijk zo is gebeurd.”

U liep meermalen een deel van de pelgrimsweg naar Santiago de Compostella.

„Dat is voor ons een spirituele onderneming. In 1995 zijn we zeven weken onderweg geweest. In 2002 begonnen we midden in Frankrijk en hebben we drie maanden gelopen. Nu wandelen we al een aantal jaar in Spanje. Binnenkort reizen we weer af. We kiezen een weg waar weinig toeristen zijn. Fantastisch, die stilte! Zo’n woestijnervaring vind ik belangrijker dan het lidmaatschap van een kerk.”

U laat zich voor uw voettocht ook sponsoren.

„Het geld voor ons ensemble La Petite Bande moet ergens vandaan komen. We hebben een publiek dat van ons houdt; mensen vinden het leuk om onze tocht te sponsoren.”

U bent om diezelfde reden ook bezig met een boek over Mozart.

„Een paar jaar geleden schreef ik ”Bleib bei uns, Bach”, over mijn relatie met Bachs muziek. Het boek kwam niet in de handel, maar was bedoeld voor de donateurs van La Petite Bande. Momenteel werk ik aan zo’n boek over ”Die Zauberflöte” van Mozart. Deze opera is een monument. Ik heb veel kamermuziek van Mozart uitgevoerd. ”Die Zauberflöte” deed ik één keer, in afgeslankte versie, zonder decors en scènes. Voor dat laatste hadden we de middelen niet.”

Weinig geoefend

La Petite Bande, een ensemble dat vooral barokmuziek uitvoert, is het muzikale kind van Kuijken en zijn vrouw Marleen Thiers. Dit jaar zijn ze 53 jaar getrouwd; vrijwel al die tijd was La Petite Bande er ook.

Kuijken en Thiers leerden elkaar op het conservatorium in Brussel kennen; beiden studeerden viool. In 1972 stelde Kuijken met de Nederlandse klavecinist Gustav Leonhardt een barokorkest samen, aanvankelijk bedoeld voor één opname van een stuk van de Franse componist Jean-Baptiste Lully. Ze noemden de groep La Petite Bande, net als het orkest van Lully in de 17e eeuw.

Het ensemble ging echter na de opname door met concerten. Kuijken betrok direct zijn vrouw bij La Petite Bande. „Ik had geen altviolist; zij is zich daarop gaan toeleggen.”

Ook toen er kinderen kwamen, bleef Thiers betrokken bij het ensemble, zij het op een lager pitje. Kuijken: „We hebben altijd veel aandacht besteed aan het gezin. Uren per dag studeren was er niet bij. Die tijd hadden we niet. Het hoeft ook niet. Je hebt musici die veel oefenen en sporadisch optreden. Wij hebben al die jaren veel gespeeld en weinig geoefend.”

Handen vrij

La Petite Bande is anders dan de meeste andere ensembles, benadrukt Kuijken meermalen. „De eerste twaalf jaar bestonden we op papier niet eens. We zijn nu een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Maar we hebben nooit vaste leden gehad. Ik had altijd de handen vrij. Daardoor konden we steeds alleen dingen doen die we zelf graag wilden.”

Voor elk project zoekt Kuijken opnieuw musici aan. „De vijver is groot genoeg.” Zelf leidt hij de repetities door letterlijk de eerste viool te spelen. „Ik voel me niet de dirigent.”

Financieel gezien waren er momenten dat het de vraag was hoe lang La Petite Bande nog zou bestaan. In 2014 werd bijvoorbeeld het grootste deel van de overheidssteun ingetrokken. „We zijn in de ogen van de overheid niet modieus genoeg, te eigenzinnig. We doen te veel wat we zelf willen.” Concessies wil Kuijken niet doen. „De cultuurwereld is zo gecommercialiseerd. Muziek is koopwaar geworden. Ik doe er niet aan mee. De aandacht trekken door reclames met blote vrouwen? Nooit.”

In het verleden gaf het ensemble van Kuijken zestig à zeventig concerten per jaar. „We reisden de hele wereld over.” Dat is sterk verminderd. Een uitvoering zoals dinsdag 19 april in het Amsterdamse Concertgebouw, met Bachs ”Matthäus Passion”, kan alleen als eerst de gelden gevonden zijn.

Reuring

Kuijken zorgde voor reuring toen hij rond de eeuwwisseling de muziek van Bach ging uitvoeren met alleen solisten (zie: ”Voorvechter van Bachuitvoering in kleine bezetting”).

Nooit spijt van gekregen?

„Nee, ik wil niet meer terug. Toen we rond 2000 als experiment Bachs ”Hohe Messe” met acht solisten uitvoerden, viel ik van m’n stoel. De klank is met een enkelvoudige bezetting veel transparanter. Small is beautiful.”

Wat waren de achterliggende decennia hoogtepunten?

„Dat waren er vele. Bijvoorbeeld de 19-delige cd-reeks met cantates van Bach, die we tussen 2004 en 2012 uitbrachten. Die serie loopt goed.”

En dieptepunten?

„Ik zou het niet weten. Ik heb alleen opnames gemaakt die ik graag deed. En als ze mislukten, brachten we ze niet uit.”

Wat wilt u nog doen?

„Zo lang mogelijk door. Geen grootscheepse projecten, maar kleinschalig, twee of drie per jaar. Zoals de Schütz-cd die dit jaar uitkwam. Dat geeft genoeg voldoening.”


Voorvechter van Bachuitvoering in kleine bezetting

Onder kenners is er nog altijd discussie over de vraag hoe de muziek van Bach het beste uitgevoerd kan worden. Voorstanders van een zogenoemde authentieke uitvoeringspraktijk proberen met hun instrumenten –authentieke of nagebouwde– en interpretatie de klankwereld van de 18e eeuw zoveel mogelijk te benaderen. Een discussiepunt bij de uitvoering van cantates en passionen is de bezetting van de vocale partijen: worden de teksten gezongen door een koor, of vertolken solisten ieder één partij (de zogenoemde enkelvoudige bezetting)? Sigiswald Kuijken maakte in deze kwestie onder invloed van onderzoek van de Amerikaan Joshua Rifkin en de Brit Andrew Parrot een grote verandering door. Anders dan iemand als Ton Koopman, raakte Kuijken ervan overtuigd dat Bach zo ‘slank’ mogelijk moet klinken: één stem per partij en een afgeslankte instrumentale bezetting. In Kuijkens ”Matthäus Passion” zingen daarom bijvoorbeeld slechts acht solisten.


Sigiswald Kuijken

De naam van Sigiswald Kuijken (1944) is onlosmakelijk verbonden met het Belgische barokensemble La Petite Bande, in 1972 opgericht, waarvan hij nog steeds artistiek leider is. Met het ensemble maakte Kuijken talloze opnamen en een groot aantal concerttournees. Kuijken studeerde viool in Brugge en Brussel. In 1986 richtte hij het Kuijken Strijkkwartet op, waarmee hij zich toelegde op kwartetten van met name Haydn en Mozart. Als dirigent voert Kuijken vooral barokmuziek uit. De laatste twee decennia dirigeert hij incidenteel ook symfonieorkesten in muziek van onder anderen Beethoven en Brahms. De Belg was van 1971 tot 1996 als docent barokviool verbonden aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ook doceerde hij aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel. Kuijken en zijn vrouw, Marleen Thiers, hebben drie dochters, twee Koreaanse adoptiekinderen en tien kleinkinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer