Kabinet verdedigt kosten omdopen ministeries
Het kabinet verdedigt de kosten van 32 miljoen euro voor het omdopen van ministeries en het oprichten van een nieuw departement. Het is geen weggegooid geld, aldus minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid na kritiek uit de Tweede Kamer.
Oppositiepartij SP noemt het krankzinnig dat alleen al de nieuwe mailadressen voor Justitie en Veiligheid (voorheen Veiligheid en Justitie) 2 miljoen euro kosten. „Is het dat waard geweest?”, vraagt Kamerlid Ton van Raak zich af.
Volgens Grapperhaus, die sprak namens verantwoordelijk minister Kajsa Ollongren, is het dat zeker. Hij benadrukt dat de oprichting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de grootste kostenpost was met 26,3 miljoen. En verder was de naamswisseling van zijn departement nodig om duidelijk te maken dat „justitie het fundament is dat voorop hoort te staan.”
De minister wijst erop dat het omdopen van ministeries geregeld voorkomt. Het is iets van alle tijden om te herschikken en te reorganiseren.
Uit onderzoek van de waakhond Auditdienst Rijk (ADR) blijkt dat de nieuwe namen en nieuwe taken voor zes ministeries minstens zo’n 32 miljoen euro hebben gekost. Het ministerie Economische Zaken verloor de landbouwportefeuille maar kreeg de toevoeging ‘en Klimaat’. Infrastructuur en Milieu werd Infrastructuur en Waterstaat.
Het had allemaal soepeler en waarschijnlijk goedkoper gekund, denkt de ADR. Het ministerie van Financiën had de hele herschikkingsoperatie moeten leiden, maar dat is volgens de dienst niet uit de verf gekomen.
Ministeries kunnen in het vervolg ook meer van elkaar opsteken om de kosten te drukken. Zo vielen de kosten van de naamswijziging van het ministerie van Justitie en Veiligheid mee, omdat dat departement wachtte totdat oude contracten met bijvoorbeeld softwareleveranciers waren verlopen.
De kosten lopen nog op. De ministeries hebben die niet allemaal in kaart. Bovendien is bijvoorbeeld Landbouw nog ieder jaar 5 miljoen euro kwijt aan ICT.