Blokhuis wil taboe op angststoornis doorbreken
Bijna één op de vijf Nederlanders krijgt ooit met angststoornissen te kampen. Geen psychische klacht komt vaker voor. Maar angstige mensen zijn vaak ook bang om daarover te praten. Om daar verandering in te brengen, is staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) een campagne begonnen.
Een peiling in opdracht van Blokhuis’ ministerie duidt erop dat mensen met angststoornissen als pleinvrees en faalangst daarvan minder last hebben als ze erover praten. Dat levert onder andere meer begrip van familie en vrienden op.
Met de campagne Hey! Het is oké, maak het bespreekbaar hoopt de staatssecretaris „het taboe te doorbreken. Een gesprek met vrienden, familie of je werkgever kan een stap zijn naar de juiste hulp.”
Voor de campagne zijn T-shirts gedrukt met de Latijnse namen van angststoornissen. Die mysterieuze woorden moeten de nieuwsgierigheid prikkelen en zo een gesprek op gang brengen. Door zo’n T-shirt te dragen, komt iemand met een angststoornis ook met zijn angst voor de dag, is het idee.