In zijn laatste weerwoord zei Janssen het onbegrijpelijk te vinden dat de aanklagers niet zijn ingegaan op een reeks elementen die Robert Malewicz en hij hadden genoemd, en de inbreng van de Holleeder-verdediging in plaats daarvan te kwalificeren als „beschamend, lachwekkend, denigrerend en smakeloos”.

Volgens Janssen, die direct na het uitspreken van de strafeis begin maart ook al zeer kritisch was over de inbreng van de aanklagers, heeft het OM zichzelf „overschreeuwd”. „Kennelijk heeft het gedacht de verdediging op deze manier aan de kant te kunnen zetten: geen weerwoord op de inhoud, maar op de persoon”. Hij sprak van „inhoudsloze, op de man gerichte retoriek”. Ook stelde hij het uitblijven van inhoudelijke respons „niet anders te kunnen uitleggen dan dat het OM er niet uitkomt”.

De advocaten van Holleeder reageren dinsdagochtend voor de laatste maal op de beschuldigingen van justitie. Aansluitend krijgt Willem Holleeder zelf nog het laatste woord.