Eisen tot 22 jaar cel voor moord Ali Motamed
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vrijdag gevangenisstraffen van 20 en 22 jaar geëist tegen Anouar A. (29) en Moreo M. (36) voor hun aandeel in de moord op Ali Motamed, eind 2015 in Almere. Voor de rechtbank in Lelystad spraken de aanklagers van „een schokkende, kille en brute afrekening”.
De geboren Iraniër Motamed (56) werd in de vroege ochtend van 15 december 2015 voor zijn woning aan de Hendrik Marsmanstraat doodgeschoten toen hij naar zijn werk ging. De moord was lang met raadselen omgeven, totdat vorig jaar bleek dat de Eneco-monteur in werkelijkheid vermoedelijk Mohammad Reza Kolahi Samadi was.
Die was vanwege het plegen van een bloedige bomaanslag op het hoofdkantoor van de Republikeinse Partij begin jaren tachtig in eigen land ter dood veroordeeld. Bij de aanslag vielen destijds tientallen doden, onder wie kopstukken van het Iraanse regime.
Formeel is het motief voor de moord op Motamed altijd onduidelijk gebleven. Weliswaar stelden de ministers Stef Blok en Kajsa Ollongren begin dit jaar in een brief aan de Tweede Kamer dat de AIVD „sterke aanwijzingen” had dat Iran de hand in de liquidatie heeft gehad, justitie heeft op dat punt niets kunnen vaststellen.
Maar aan de ernst van de zaak doet dat niets af, aldus het OM. Dat noemde de moord op de „nietsvermoedende” Motamed even meedogenloos en gewetenloos als koelbloedig, „gepleegd door twee daders die slechts werden gedreven door hun zucht naar geld of aanzien in het criminele milieu”. Uit ontsleuteld berichtenverkeer is volgens de aanklagers gebleken dat de daders „niet wisten en niet eens wilden weten” waarom het slachtoffer dood moest.
De beide mannen, die wat het OM betreft ook de meerjarige restanten van eerdere celstraffen nog moeten uitzitten, hebben ontkend en er verder voornamelijk het zwijgen toe gedaan. Hun advocaten vroegen vrijspraak. Volgens een van hen is vooral de mogelijke rol van de Iraanse geheime dienst onvoldoende onderzocht. Ook betwisten de raadslieden de manier waarop het OM telefoongegevens en ontsleuteld berichtenverkeer heeft gekoppeld aan hun cliënten.
De uitspraak is 12 april.