Boeing-euvel doet TUI pijn
Reisorganisatie TUI snijdt in zijn verwachtingen als gevolg van de problemen met de gewraakte Boeing 737 MAX-8 toestellen. Het bedrijf houdt rekening met een kostenpost van 200 miljoen euro, omdat het de toestellen uit veiligheidsoverwegingen aan de grond moet houden.
TUI heeft vijftien 737 MAX-toestellen in zijn vloot van in totaal 150 vliegtuigen. Eind mei zou het nog eens acht toestellen van het type geleverd krijgen. Met de kostenraming gaat TUI ervan uit dat vliegen met de geplaagde toestellen uiterlijk halverwege juli weer wordt hervat.
Sinds het neerstorten van een 737 MAX van Ethiopian Airlines ruim twee weken geleden staan alle ruim driehonderd toestellen van dit type Boeing bij luchtvaartmaatschappijen wereldwijd aan de grond. In oktober vorig jaar voltrok zich in Indonesië een ramp met een zelfde type vliegtuig van Lion Air.
TUI heeft onder meer in Nederland een Boeing 737 MAX-gestationeerd. Ook in België het Verenigd Koninkrijk en Zweden maakte de reisorganisatie tot voor kort gebruik van het zuinige toestel.
De kostenpost houdt volgens TUI verband met het regelen van vervangende toestellen, hogere brandstofkosten en andere zaken die aan de problemen kunnen worden gelinkt. Het bedrijf voorziet dit jaar een daling van het bedrijfsresultaat met 17 procent, waar eerder op een vlak resultaat werd gerekend.
Als in de komende weken niet duidelijk wordt dat vanaf uiterlijk midden juli weer met de Boeings mag worden gevlogen, dan stijgen de kosten voor TUI verder. De reisorganisatie moet dan maatregelen nemen voor het hele zomerseizoen dat tot en met eind september loopt. De kosten daarvoor bedragen naar verwachting nog eens maximaal 100 miljoen euro.
Het aandeel TUI daalde na de winstwaarschuwing met 10 procent. Rond 13.45 uur stond het aandeel in Frankfurt nog altijd 5,5 procent in de min.
Eerder sneed luchtvaartmaatschappij Southwest Airlines ook al in de verwachtingen als gevolg van de Boeing-problematiek. De Amerikanen gaan uit van een omzetdaling in het eerste kwartaal van dit jaar van zo’n 150 miljoen dollar, vanwege het aan de grond moeten houden van de toestellen.