Zweden zet christelijke Afghanen uit
Van de 619 christelijke Afghanen die tussen 2015 en 2018 asiel aanvroegen in Zweden, kreeg 68 procent te horen dat hun geloof onecht was, waarna hun asielverzoek werd afgewezen. Een aantal is inmiddels uitgezet naar Afghanistan.
Mahmoud –gefingeerde naam– komt uit Afghanistan. Enkele jaren geleden vluchtte de jongeman naar Zweden. Nadat hij in het Scandinavische land in aanraking kwam met christenen, bezocht hij ook hun kerken. Wat hij daar hoorde, raakte zijn hart. Kerkelijk werkers en gemeenteleden merkten zijn geestelijke verandering op en stelden vast dat zijn bekering oprecht was. Niettemin vertrouwde het migratiehof het niet en bepaalde dat de man het land uit moest.
Terwijl de man in vreemdelingendetentie wachtte op het moment dat hij werd uitgezet, groeide bij hem het verlangen om gedoopt te worden. Dat moest nog in Zweden gebeuren, want in Afghanistan zou dat onmogelijk zijn.
Na enkele maanden werd de man, die inmiddels was gedoopt, uitgezet naar de Afghaanse hoofdstad Kabul. Het duurde niet lang voordat het de mensen in zijn omgeving opviel dat hij nooit naar de moskee ging, ook niet voor het gebed op vrijdag. Onmiddellijk nadat ze ontdekten dat hij christen was, begon de vervolging. Ze vielen zijn huis binnen en sloegen hem toen ze de Bijbel vonden die hij vanuit Zweden had meegenomen. In de dagen daarop ontving hij meer dan zeventig telefoontjes met doodsbedreigingen. Hij kreeg te horen dat hij binnen twee weken zijn geloof moest herroepen of anders gestenigd zou worden.
Bescherming
Het verhaal van Mahmoud illustreert waartoe beslissingen van rechters kunnen leiden. Samuel Björk –redacteur bij de Zweedse christelijke krant Dägen– deelde het relaas dinsdag in een e-mailwisseling over een vorige week verschenen Zweeds rapport. Daarin staan de bevindingen van kerken, advocaten en wetenschappers na de asielaanvragen van 619 christelijke Afghanen te hebben bekeken. Dägen volgt al langere tijd intensief het asielbeleid als het gaat om christenen die dreigen te worden uitgezet naar onvrije landen.
Het rapport stelt dat alle 619 personen waren gedoopt en regelmatig christelijke samenkomsten bezochten. Niet minder dan 68 procent van de asielaanvragen werd afgewezen, hoewel christenbekeerlingen in Afghanistan voor hun leven moeten vrezen. „Ja, we zien dat je gedoopt bent en dat je kerkelijk actief, maar er is onvoldoende bewijs dat je echt christen bent”, kregen ze te horen. Dat negen op de tien Afghanen een verklaring van kerkelijke vertegenwoordigers kon overleggen, deed niet ter zake.
Verder legt het rapport er de vinger bij dat het nogal uitmaakt waar iemands asielaanvraag werd behandeld. In de steden Jönköping en Göteborg oordeelden rechters in 44 procent van de gevallen negatief, terwijl dat in een andere plaats zelfs 80 procent was. Leden van migratiehoven zouden zich verder door politieke motieven laten leiden; juristen met sympathie voor de rechtse partij Zweden Democraten zouden in 93 procent van de gevallen besluiten tot uitzetting, terwijl hun collega’s die een voorkeur hebben voor de Linkse Partij dat slechts in 15 procent van de gevallen doen.
De opstellers van het rapport doen enkele aanbevelingen. Alle uitzettingen zouden moeten worden gestopt totdat er nieuwe richtlijnen van kracht zijn. Bij asielzaken waar sprake is van bekering, moet een getrainde specialist worden geraadpleegd. Ook zou de Zweedse staat zijn verantwoordelijkheid moeten nemen voor christenbekeerlingen die uitgezet zijn naar onvrije landen. Zweedse ambassades zouden erop toe moeten zien dat zij niet worden lastiggevallen. Als daarvan wel sprake is, moet Zweden hen internationale bescherming bieden.
Christendemocraat Hans Ekelind heeft de Zweedse regering opgeroepen om snel een onderzoek te starten naar de rechtszekerheid van bekeerlingen die in Zweden asiel aanvragen. Zijn voorstel kreeg echter onvoldoende steun. Wel scherpte de staat in een schrijven naar de migratiedienst de eigen regels aan. Ze vragen de dienst opheldering over de rechtspositie van bekeerde asielzoekers.
Hoe vergaat het ondertussen Mahmoud? Volgens redacteur Samuel Björk is de Afghaan er opnieuw vandoor gegaan om zijn leven te redden. „Hij probeert Afghanistan nu weer te ontvluchten.”
„Leg ons eens uit wat Mattheüs 10:34 betekent”
„Meent niet dat Ik gekomen ben, om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.” Christenbekeerlingen kregen van de immigratiedienst te horen of ze wilden uitleggen wat Jezus met deze uitspraak –opgetekend in Mattheüs 10:34– betekent.
In de Zweedse christelijke krant Dägen bekritiseert Ulrik Josefsson, theoloog en co-auteur van het rapport, de constatering dat medewerkers van de immigratiedienst vooral op intellectueel niveau proberen te peilen of iemands bekering oprecht is. Geloof heeft vele dimensies, zegt hij. Het beoordelen van iemands bekering noemt hij een complex gebeuren, waarbij er oog moet zijn voor iemands culturele achtergrond, persoonlijkheid en context. Maar belangrijker dan of iemand intellectueel duidelijk kan maken dat hij christen is, is volgens de theoloog dat iemand echt onderdeel is geworden van de christelijke gemeenschap.
Josefsson hekelt het feit dat „niet ingewijden” beoordelen of er sprake is van een echte bekering. Hij noemt het een „provocatie” dat bevindingen van kerkelijke leiders terzijde worden geschoven.