Bijbellezen na het geweld van kolonialisme
Heeft de Bijbel overvloedig aanleiding gegeven voor geweld en discriminatie? Om verder te komen, bepleit Krijn van der Jagt een kritische, postkoloniale lezing. Helaas is hij weinig kritisch op de vooronderstellingen van die methode.
Een postkoloniale interpretatie leest de Bijbel vanuit het perspectief van de onderdrukte mens. De meeste teksten zouden geschreven zijn in dienst van de machthebbers, bedoeld om de gevestigde orde te verklaren en te verdedigen. De Bijbelteksten zijn in de geschiedenis bovendien gebruikt om allerlei vormen van racisme en discriminatie te legitimeren. Een postkoloniale lezing is alert op openlijke of subtiele structuren van onderdrukking. Dat leidt tot een selectief lezen van de Bijbel, waarbij de nadruk valt op profetisch protest tegen de machthebbers.
Tanzania
Het boek begint met een beschrijving van de Hadza-stam in Tanzania, waar de auteur als antropoloog onderzoek heeft gedaan. De Hadza leven nog steeds als jager-verzamelaars en zouden helemaal niet denken in termen van macht. In de evolutie van de mens is volgens de auteur echter de imperialistische doctrine ontstaan: pak wat je pakken kunt. De schrijvers van Israël hebben die opvattingen overgenomen en verwoord in de Bijbelteksten.
Het grootste deel van dit boek is een nogal rommelig overzicht van het functioneren van macht en geweld in de geschiedenis van Israël en in het Nieuwe Testament. Het overzicht is soms slordig (David zou duizend vrouwen hebben gehad) en mist historisch reliëf: gegevens uit de Bijbel en uit de (soms veel latere) receptiegeschiedenis worden door elkaar besproken. De auteur wijst regelmatig op overeenkomsten tussen de Bijbel en de literatuur van het oude Nabije Oosten, maar heeft weinig oog voor het onderscheidende van het Oude Testament. Alleen het laatste hoofdstuk gaat echt over een postkoloniale lezing, zoals de ondertitel belooft.
Nationalisme
Een typerend voorbeeld van de benadering van dit boek is de bespreking van de ontmoeting van Jezus met de Kananese vrouw. De auteur werpt de vraag op: „Was Jezus nationalistisch?” In de ontmoeting met deze vrouw kiest Hij immers voor ”eigen volk eerst”. Van der Jagt wijst er dan op dat nationalisme in de oudheid nog niet als „politiek fout” werd gezien. Jezus leerde van deze vrouw echter om medelijden te hebben met iemand van een ander volk en dat was een grote stap vooruit. De auteur wijdt echter geen woord aan de unieke positie van Israël of aan voortgang in de heilsgeschiedenis.
Context
Van der Jagt vraagt terecht aandacht voor de context waarin de Bijbel is ontstaan. Voor de context van de Schrift als geheel heeft hij echter weinig oog. Het selectief lezen van de Bijbel, zoals hij voorstaat, lost de lastige vragen niet op. Het tegenover van de Schrift en het geheel van de Schrift ontbreken in zijn manier van lezen. De evolutionaire visie dat er in de Bijbel ”een lijn omhoog” is waar te nemen (van nationalisme naar altruïsme) is in het Bijbelonderzoek reeds lang verlaten. Zoals in veel postkoloniale Bijbelinterpretatie lijkt elke uitleg van de tekst goed te zijn als hij maar in dienst staat van het gewenste politieke of maatschappelijke programma. Zo vervalt de auteur precies in de fout die hij zegt te bestrijden.
Voorbij geweld en discriminatie. Een postkoloniale lezing van de Bijbel, Krijn van der Jagt; uitg. Athenaeum-Polak & Van Gennep, 136 blz.; € 19,99.