Rondom de doop
In de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag begint zaterdag om 12.00 uur een dienst ter gelegenheid van de doop van de op 7 december vorig jaar geboren prinses Catharina-Amalia, de dochter van prins Willem-Alexander en prinses Máxima.
De doopdienst wordt geleid door ds. C. A. ter Linden, emeritus predikant van de Kloosterkerk in Den Haag. Het prinsesje ontvangt de doop in de Protestantse Kerk in Nederland, de PKN, zoals die na de kerkenfusie op 1 mei tot stand is gekomen. De dienst zal een protestants karakter dragen. Er is geen rol weggelegd voor een rooms-katholieke priester, hoewel prinses Máxima van rooms-katholieken huize is.
Prinses Victoria van Zweden en Samantha van Welderen barones Rengers-Deane zijn meter, prins Constantijn, Martin Zorreguieta, mr. Herman Tjeenk Willink, vice-president van de Raad van State, en drs. Marc ter Haar zijn peter. Peet komt van het Latijnse patrinus, wat doopvader of doopmoeder inhoudt: peter of meter. Vroeger waren de Staten van Holland en de steden vaak peet. Dat was uit politieke overwegingen. Al die peten kwamen met flinke pillegiften over de brug. Een pillegift is een geschenk aan een kind ter gelegenheid van de doop (het Middelnederlandse woord pille betekent petekind).
Doorgaans bestond een pillegift uit geld, lijfrentes of rentebrieven. De pillegift aan prinses Albertine bij de geboorte van Hendrik Casimir II door de staten van Friesland bestond bijvoorbeeld uit 50.000 gulden. Bij de doop van prins Willem III, de toekomstige koning-stadhouder, waren in 1651 de vertegenwoordigers van de Staten-Generaal, de Staten van Holland en Westfriesland en van de steden Delft, Leiden en Amsterdam peet. Ds. Tobias Tegnejus hield een preek en ds. Lindanus bediende de doop.
De doop van Willem V in 1748 was een groots schouwspel met als peten onder anderen de vertegenwoordigers van de Staten van Holland en Westfriesland, Zeeland en Friesland en de steden Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam, Gouda, Rotterdam, Schiedam en Nijmegen. Tijdens die doop preekte ds. Godefridus van Utrecht en las ds. Pielat het doopformulier voor.
In de geschiedenis zien we verschillende predikanten de revue passeren die de doop bedienden aan Oranjes. Zo preekte op 12 juni 1584 Arnold Crusius voor de doop van een zoon van Willem van Oranje. Frederik Hendrik werd gedoopt door ds. Hackius uit Leiden. Tijdens de doop van Frederik Hendrik zei hij de moord op vader Willem van Oranje, in 1584, als een straf van God te zien. De prins zou de toorn van de Heere hebben opgeroepen door zijn Franse huwelijk en het buitensporige vertoon bij de doop van zijn zoon. Een getergde moeder, Louise de Coligny, rustte niet voordat de dominee een preekverbod kreeg opgelegd. Bij de doop van Willem II, zoon van Frederik Hendrik, op 1 juli 1626 hield Hugo Beyerus een preek in Den Haag.
Ds. Joannes Munnekemolen preekte bij de doopplechtigheid van erfprins Willem, de latere koning Willem I, in 1772. Hij preekte uit Genesis 1:28: „Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt.” Ds. Petrus Nieuwland las het doopformulier. Bij de doop van prins Willem II werd in 1792 gepreekt uit 2 Samuël 7:16a: „Doch uw huis zal bestendig zijn.”
Na 1772 veranderde het protocol. Toen werd de rol van het begeleiden en binnenleiden van de kerk van de baby overgenomen door de grootmeesteres van de moeder. Anna Paulowna was onverwachts aanwezig bij de doop van prins Hendrik, broer van Willem III. Zij en de grootmeesteres waren gekleed in effen witte japonnen, terwijl de kledingcode in het algemeen groot gala voorschreef… We zien hier de predikanten Krieger en Dermout verschijnen.
Ds. C. E. van Koetsveld preekte bij de doop van Wilhelmina in 1880 uit Markus 10:14: „Laat de kinderkens tot mij komen.” Bij Juliana werd de preek bediend door ds. J. H. Gerritsen. „Wij zijn opgegaan, om prinses Juliana te begraven”, sprak hij in zijn preek over de belofte van de opstanding en het eeuwige leven. Bij menigeen viel dat niet in goede aarde.
Ds. W. L. Welter verzorgde de doop van prinses Beatrix, waarbij ds. E. H. Blaauwendraad de preek hield. Prins Willem-Alexander kreeg in 1967 bij zijn doop van ds. H. J. Kater de tekst Efeze 5:8 mee: „Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts.” De oud-vlootpredikant J. H. Sillevis Smitt sprak daarbij het gebed uit.
De dubbeldoop van 1970, namelijk die van prins Constantijn en prins Bernhard jr., was uniek in zijn soort. De doop werd bediend door ds. H. J. Kater. Prof. dr. H. Berkhof sprak de preek uit met als tekst Jesaja 45:11: „Alzo zegt de Heere (…): Zij hebben Mij toekomende dingen gevraagd; van Mijn kinderen, zoudt gij Mij van het werk Mijner handen bevel geven?”
De laatste jaren ontdekten de Oranjes de kapel van Paleis Het Loo als doopkapel. Het eerst gebeurde dat met prins Floris in 1975. In 2002 werd hier gravin Eloise, dochter van prins Constantijn en prinses Laurentien, door ds. C. A. ter Linden gedoopt. Een week later volgde Isabella van prins Bernhard jr. en prinses Annette, door dr. A. van der Meiden. Op eerste paasdag 2003 werd in de hofkapel op Het Loo Lucas, zoon van prins Maurits en prinses Marilène, ten doop gehouden.