Politici kúnnen het niet: één keer hun mond houden
Het was zo’n edel voornemen, maandag geuit door het merendeel van de Haagse politieke partijen. „Laten we de campagne stilleggen nu ons land, kort voor de Statenverkiezingen, getroffen is door zo’n wrede aanslag. Het is immers ongepast om in een tijd van verslagenheid en rouw elkaar over allerlei wissewasjes in de haren te vliegen. Laten we in deze situatie liever schouder aan schouder staan.” Dit nobele concept werd dinsdag weliswaar iets aangepast, maar het idee erachter bleef overeind: de campagne kon doorgaan, maar op een gematigde, ingetogen wijze.
Wie terugblikt op hoe het maandag en dinsdag verder verliep, stijgt plaatsvervangend schaamrood naar de kaken. Gematigdheid? Ingetogenheid? De partijen veegden elkaar als vanouds de mantel uit, niet alleen over klimaat, spoorwegverbindingen of ziekenhuizen, maar zelfs over de verschrikkelijke aanslag in Utrecht, die nu juist aanleiding had moeten zijn tot terughoudendheid.
Baudet (FVD) suggereerde maandagavond al meteen dat deze wandaad deels de schuld is van de gevestigde orde, die met haar ruimhartige immigratiebeleid dit soort geweld mogelijk maakte. Wat Klaver (GL) dan weer „smerige politiek” noemde en waar Marijnissen (SP) „van walgde.”
Nog gênanter werd de vertoning dinsdagavond, aan het begin van het NOS-verkiezingsdebat. Toen alle dertien deelnemers, vóór het debat, de gelegenheid kregen sober op ‘Utrecht’ te reageren, grepen diverse politici opnieuw hun kans om stevig om zich heen te meppen. Wilders (PVV) achtte het nodig te zeggen dat hij „onpasselijk werd” van de „krokodillentranen” van Rutte en Buma. Kuzu (DENK) vond het op zijn beurt „zeer pijnlijk” te zien hoe Wilders uit de aanslag in Utrecht „een politiek slaatje probeerde te slaan.”
Onweerlegbare conclusie: politici kúnnen het eenvoudigweg niet om nu eens één keer van iets wat de samenleving enorm beroert géén politiek te maken. Wilders en Baudet wíllen dat niet eens. Hun is het tot tweede natuur geworden om altijd spelbreker te zijn. Maar ook de Klavers en Kuzu’s van deze wereld vinden het blijkbaar uiterst lastig om te zwijgen, zeker als ze ter rechterzijde geprikkeld en uitgedaagd worden.
Was er dan niemand die zich dezer dagen kon beheersen en die de neiging kon onderdrukken om zich via ‘Utrecht’ politiek te profileren? Gelukkig wel. Hulde aan Asscher (PvdA) en Van der Staaij (SGP), aan Thieme (PvdD), Krol (50PLUS) en Buma (CDA), die zich werkelijk beperkten tot het uitspreken van hun meeleven aan slachtoffers en nabestaanden en steun aan hulpverleners. En die nalieten om stilletjes toch, al was het maar in een bijzin, een politieke tik uit te delen.
Al blijft staan dat hun wijze opstelling het totaalbeeld van ”de” politiek als een onbeheerst stel ruziemakers niet kan corrigeren. Eén dode vlieg doet de zalf van de apotheker immers stinken. Laat staan meerdere vliegen.