Aan de missie nemen soldaten uit Rwanda en Nigeria deel. Deze monitoringsmissie telt tevens negen waarnemers van de Europese Unie. Twee van hen zijn Nederlander.

Minister Van Ardenne van Ontwikkelingszaken benadrukte dinsdag in het actualiteitenprogramma Netwerk dat het nog te vroeg is om militair in te grijpen, zoals een meerderheid in de Tweede Kamer bepleit. De minister wil eerst de bevindingen van een expertmissie en VN-gezant Pronk afwachten.

Daaruit zou moeten blijken of de Soedanese regering zich aan de afspraken met de Veiligheidsraad houdt. Bovendien zei de minister dat de Afrikaanse Unie momenteel de mogelijkheid moet hebben om het voortouw te nemen in de monitoringmissie.

Haar voorganger Pronk vindt het ook nog te vroeg om militair in te grijpen. Hij noemde de huidige situatie „buitengewoon lastig” en benadrukte dat er een burgeroorlog gaande is. Volgens de VN-rapporteur die zich momenteel in Darfur bevindt, is de regering in Soedan intern verdeeld. Militair ingrijpen door de Westerse landen zou in zijn ogen juist ineffectief kunnen zijn.

Van Ardenne verwelkomde het standpunt van de Tweede Kamer als een methode om de druk op de ketel te houden bij de Soedanese regering, die eerder al aangaf zich met hand en tand te zullen verzetten tegen een buitenlandse interventiemacht.