„Rol arts bij uitvoering nieuwe stervenswet nog niet helemaal duidelijk”
Experts denken nog wisselend over de rol die artsen moeten gaan spelen bij de uitvoering van de stervenswet van D66.
Dat bleek maandagmiddag tijdens een door D66-Kamerlid Pia Dijkstra georganiseerde expert-meeting over haar wetsvoorstel.
Daarin is vooral een cruciale rol weggelegd voor de zogeheten levenseindebegeleider; een nieuwe functie waarin taak en inhoud nog nader moeten worden bepaald. Dijkstra zelf mikt op de gz-psycholoog die een gespecialiseerde bijscholing heeft ondergaan en onder het medisch tuchtrecht valt. In haar opzet is de levensbegeleider degene die de weloverwogenheid van het stervensverzoek moet toetsen, én die de hulpvrager op het afgesproken moment van de dodelijke medicatie voorziet.
Veel sympathisanten van een nieuwe stervenswet steunen de benadering waarin de arts, anders dan bij de euthanasiewet, geen dominante rol heeft, zo bleek maandag. Volgens hoogleraar Humanisme en filosofie prof. J. Duyndam, verbonden aan de Universiteit voor Humanistiek, kan de functie van levenseindebegeleiders prima door geestelijk verzorgers worden ingevuld.
Helemaal zonder artsen zal het echter niet gaan, zo maakte de discussie duidelijk. Zo benadrukte directeur Agnes Wolbert van de NVVE, die eveneens geen grote rol voor artsen wil, dat hun aanvullende hulp wel ingeroepen moet kunnen worden, bijvoorbeeld wanneer de levensbeëindiging anders dreigt te verlopen dan voorzien.
Kamerleden van GroenLinks en VVD, de enige twee partijen die maandag belangstelling toonden voor de expert-meeting, noemden het inschakelen van artsen tot op zekere hoogte onontkoombaar. Volgens Corinne Ellemeet (GroenLinks) zijn artsen nodig om in kaart te brengen in hoeverre iemands stervensverzoek wordt ingegeven door een medische aandoening, al dan niet van psychische aard. Wordt er een ziekte gediagnosticeerd, dan valt de hulpvrager onder de euthanasiewet. Kamerlid Ockje Tellegen (VVD) noemde „een bepaalde verankering” van de rol van de arts noodzakelijk voor het draagvlak in de samenleving.
Dijkstra bevestigde in reactie dat de levenseindebegeleider als het aan haar ligt niet alleen uitvoerende, maar ook coördinerende taken krijgt. Advies inwinnen bij artsen en laten onderzoek in hoeverre iemand lijdt aan een depressie is iets wat de levensbegeleider volgens haar vorm moet geven „binnen zijn professionele netwerk.” In hoeverre ze haar wetsvoorstel als gevolg van de expert-meeting gaat aanvullen of verduidelijken, werd maandag nog niet duidelijk.
Volgens geestelijk verzorger E. Kamp, werkzaam bij de rijksoverheid, zou idealiter elke huisartsenpraktijk moeten kunnen terugvallen op een geestelijk verzorger met wie patiënten kunnen spreken over hun voorkeuren en wensen rond het levenseinde. In het vervolgtraject zouden huisartsen en verzorgers dan samen kunnen beslissen welke specialisten er moeten worden geconsulteerd met het oog op een zo zorgvuldig mogelijke besluitvorming, zo zei hij maandag.