Volgens het bedrijf zijn de partijen de regeling „vriendschappelijk” overeengekomen. De regeling zou volgens ABB aantonen dat het bedrijf zich rekenschap geeft van goede ’corporate governance’ (bestuurlijk beleid).

In februari kwam ABB zelf naar buiten met berichten over riante pensioenregelingen van de oud-bestuurders. Tot dan toe had Barnevik, die in 1996 als bestuursvoorzitter opstapte, al 148 miljoen frank (100 miljoen euro) opgestreken en Lindahl 85 miljoen frank.

Het pensioen van Barnevik was mede gebaseerd op bonussen die hij de laatste jaren bij ABB ontving. „In de eerste helft van de jaren negentig, toen de inkomsten van ABB zich mede dankzij Barnevik zeer positief ontwikkelde, ontving hij hoge prestatiegerelateerde bonussen”, aldus ABB.

Ook mocht Barnevik op zijn 55ste met pensioen, ongebruikelijk in Zwitserland. „Dat was de manier om in die tijd buitenlandse managers aan te trekken”, zo luidt de verklaring van het concern nu. Volgens ABB was het bestuur destijds niet op de hoogte van alle extra’s die Barnevik waren toebedeeld.

Barnevik verliet medio februari zijn functie als bestuurder van de Zweedse investeringsmaatschappij Investor, nadat zijn pensioenregeling wereldkundig werd gemaakt.