Afghanen wachten op betere toekomst
Drie maanden na het verjagen van het Taliban-bewind zijn de Afghanen nog steeds blij met hun nieuwe vrijheid. Toch wachten ze met smart op een aanzienlijke verbetering van hun levensomstandigheden.
Veel Afghanen hebben geen inkomen, de interim-regering heeft weinig inkomsten en buitenlandse hulp stroomt nog niet echt binnen. Bewakers van ministeriële gebouwen zijn de hele dag bezig hordes mensen te verjagen die op banenjacht zijn, terwijl binnen ambtenaren hun best doen om het land te besturen zonder telefoons en vaak ook zonder pen of papier.
Een verschil met het Taliban-tijdperk is wel dat de ambtenaren in de krakkemikkige gebouwen van de ministeries geschoren en in westerse kleren, met stropdas, op hun werk verschijnen. „Maar wat helpt een stropdas ons nou. Bureaucraten zitten achter hun bureau niets te doen. Ga naar buiten en doe iets voor ons land”, klaagt Achmed Valizadeh, een zakenman.
Duizenden werkloze mannen zwerven de hele dag door de straten van de hoofdstad Kabul. Gesluierde vrouwen bedelen in versleten kleren en kinderen lopen met schoenenpoets achter bewoners van buitenlandse wijken aan. In kraampjes hangen kippen aan haken, overdekt met vliegen. De Afghanen kijken er hongerig naar, maar hebben geen geld om ze te kopen. Veel straten liggen open en zijn afgesloten voor verkeer. Volgens Valizadeh moeten de bedelaars en werklozen worden ingezet voor het schoonmaken van de stad. Op sommige plaatsen zijn er geen riolen waardoor ziektes worden verspreid. „Je hoeft niet op buitenlandse hulp te wachten om daar iets aan te doen”, vindt de zakenman.
Een fruitverkoper vertelt bijna een dollar per dag te verdienen, waar hij een paar sneetjes brood van kan kopen. Alleen handelaars in kolen of houtblokken doen goede zaken in Afghanistan, waar de winter nog voortduurt na drie droge jaren. Er is nauwelijks centrale verwarming.
De nieuwe interim-regering wacht nog steeds op buitenlandse hulp voordat ze lange-termijn-plannen voor de economie gaat maken. De centrale bank heeft momenteel eigenlijk geen idee hoeveel geld er in omloop is. „Ik ben blij dat we vrij zijn, maar dat geeft mij en mijn gezin geen eten”, zegt Abdulmomen, een bewaker op het ministerie van Defensie.