Verkiezingscampagne van start
Posters worden geplakt, verkiezingsprogramma’s gepresenteerd en landelijke politieke kopstukken worden van stal gehaald: het is weer verkiezingstijd.
Op 20 maart mogen alle kiesgerechtigde Nederlanders naar de stembus om de leden van de Provinciale Statenverkiezingen en de waterschappen te kiezen.
En ook deze keer trekken vooral landelijke onderwerpen en partijleiders de aandacht. Waarom?
Éigenlijk draaien de verkiezingen om iets waar kiezers op 20 maart slechts indirect voor stemmen: de Eerste Kamer. De in totaal 570 leden van de Provinciale Staten kiezen namelijk de 75 leden van de Senaat.
Dat de verkiezingen opnieuw draaien om de landelijke politiek, is tot grote frustratie van provinciale partijen. Van Jezus Leeft tot de islamitische partij NIDA, en van ouderenpartij OPA tot de Fryske Nasjonale Partij: bij elkaar doen er 23 partijen mee die niet in de Tweede Kamer zijn vertegenwoordigd. Al die partijen staan in slechts één, of hooguit enkele provincies op het stembiljet.
In Overijssel doen de minste partijen mee: alleen de dertien gevestigde landelijke partijen staan daar op het op het stembiljet; provinciale partijen zijn daar niet van de partij. In Zuid-Holland en Noord-Brabant valt het meeste te kiezen; in die provincies doen zestien partijen mee.