Economie

CBS-cijfer over rijkdom vertelt het halve verhaal

Statistiekbureau CBS maakte deze week traditiegetrouw cijfers bekend over de vermogenspositie van de gemiddelde Nederlander. In de media viel daarbij weer vaak het woord ”scheef”.

Gerhard Hormann
22 February 2019 19:02Gewijzigd op 16 November 2020 15:21
Waardestijging huis zegt niets over portemonnee.  beeld ANP, Lex van Lieshout
Waardestijging huis zegt niets over portemonnee.  beeld ANP, Lex van Lieshout

Het CBS had goed nieuws: we zijn met z’n allen weer iets rijker geworden. Dat was een welkome opsteker in de week waarin bleek dat de energienota veel harder zal gaan stijgen dan iedereen dacht. Gemiddeld zijn we er in een jaar tijd 6000 euro op vooruit gegaan, ofwel 500 euro per maand. Natuurlijk schetst het CBS daarmee een papieren werkelijkheid, want die stijging van het vermogen komt vooral door de hausse op de woningmarkt en de bijbehorende prijsstijgingen. Een huiseigenaar kan in de krant lezen dat zijn woning het afgelopen jaar tien procent in waarde is gestegen zonder dat hij dat in zijn portemonnee merkt. Omgekeerd kan die waarde volgend jaar net zo hard verdampen, wanneer de prijzen weer zouden gaan dalen.

In de cijfers van het CBS wordt nuchter vastgesteld dat de meeste vermogens te vinden zijn bij de groep 65-plussers. Hoewel dat een feitelijke conclusie is, wordt in de bijbehorende berichtgeving vaak gesproken over een „scheve” of zelfs „zeer scheve” verdeling. Die woordkeuze suggereert dat er sprake zou zijn van een oneerlijke situatie en impliceert dat die onwenselijke situatie op de een of andere manier dient te worden rechtgetrokken.

Zo kan het gebeuren dat relatief jonge journalisten in de krant vrijelijk mogen berichten over deze „zorgelijke” situatie, terwijl het een volkomen logische en chronologische ontwikkeling is die in de loop van een mensenleven vanzelf ten goede keert of door eigen toedoen kan worden omgebogen. Wie alle logica loslaat, kan dan net zo goed betogen dat het problematisch is dat een 5-jarige minder diploma’s heeft dan een 25-jarige.

Een pas afgestudeerde werknemer met een studieschuld van 25.000 euro die een huis koopt van 200.000 euro staat op het moment dat hij zijn handtekening zet bij de notaris voor bijna een kwart miljoen in de min en heeft derhalve een negatief vermogen. Blijft diezelfde pas afgestudeerde in datzelfde huis wonen, dan is hij op 55-jarige leeftijd hypotheekvrij en komt hij in de grafieken van het CBS op een comfortabele positie terecht op basis van de dan geldende woningwaarde.

Die scheve blik van jong naar oud maskeert juist de werkelijke tragedie die schuilgaat in de statistieken. Nederland telt een grote groep die –geheel los van het geboortejaar– gebukt gaat onder schulden en elke maand opnieuw moeite moet doen om het hoofd boven water te houden en de eindjes aan elkaar te knopen. In die zin is het verschil tussen generaties veel minder schrijnend dan de verschillen die je aantreft binnen een en dezelfde generatie.

Zo is er een kloof tussen huurders en kopers, tussen mensen in vaste dienst en zzp’ers, tussen ondernemers en werknemers in loondienst, tussen kostwinners en tweeverdieners, tussen werkenden en niet-werkenden. En niet te vergeten de kloof tussen gezonde mensen en chronisch zieken, tussen grote gezinnen en kinderloze echtparen, tussen mensen met een geheel aflossingsvrije hypotheek en huizenbezitters die hun schuld tot de laatste cent hebben terugbetaald. In die zin vertelt het CBS altijd maar het halve verhaal.

De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer