GKN hard op zoek naar eigen identiteit
„Ik ben een vreemdeling geworden in mijn eigen kerk, als we nog als kerk bestaan. Met het toelaten van de visie van Den Heyer hebben we de deur opengezet voor de vrijzinnigheid.” Deze hartenkreet uitte ouderling G. Veltman (IJmuiden) vrijdag in Doorn tijdens een zitting van de gereformeerde synode.
„We spreken over de bron, maar wat is de bron?” zo vroeg Veltman zich af. „Wie is de Heere Jezus? Is Hij Zaligmaker, of een goeroe of een voorbeeld?”
De synode sprak over het rapport ”Een proces van vervreemding?”, dat gaat over identiteit en communicatie in de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). Aanleiding was de commotie rond Den Heyer, de onduidelijkheid over de zelfstandigheid van de plaatselijke gereformeerde kerken in SoW-verband en het verbreken van de band tussen de GKN en de Vrije Universiteit. Het rapport was geschreven door een tijdelijke commissie, die in opdracht van de synode de gevoelens van verontrusting onder het kerkvolk had geïnventariseerd.
De GKN zijn veranderd, zo erkent het rapport. Er zijn verschillende „talen” ontstaan, manieren van geloven en omgaan met de moderniteit. Gereformeerden kunnen niet meer overweg met de „statische identiteit.” Het gevolg is dat er in de GKN mensen zijn die moeite hebben om met deze stand van zaken te leven. Het rapport heeft veel verwachting van een „dynamisch identiteitsbegrip” waarin de eenheid opnieuw beleefd kan worden. In dit verband wordt het symbool aangereikt van een kampvuur waaromheen zich een kring vormt. „Dat vuur is een aanwezigheid en alleen al daardoor structureert het de ruimte. Het kan zelfs voor wie zich op een afstand houdt een oriëntatiepunt zijn.”
Volgens het rapport heerst er veel verwarring over de ondertekeningsformulieren. Velen gaan er nog steeds van uit dat deze hun oorspronkelijke, „strikte” betekenis hebben behouden. Het formulier heeft een „juridische” bijklank gekregen. „Maar tuchtprocedures worden niet meer in gang gezet. Dat gaf sommigen het gevoel dat zij ’illegaal’ deel uitmaken van de GKN.” Ze lijken dan op asielzoekers: ze zijn illegaal, maar onuitzetbaar.
De geluiden op de synode over het rapport waren gisteren erg divers. Het vage, algemene taalgebruik werd gehekeld. Diaken D. van der Boon (Lauwersoog) vond dat het rapport in het teken staat van de pluraliteit. „Er worden nu tegengestelde opvattingen over de verzoening gelegitimeerd. Pluraliteit kan niet, wel pluriformiteit: het hebben van verschillende geloofsvormen.” Hij adviseerde om het rapport in te trekken. „Ik smeek het u, trek het in, het is de dood in de pot.”
Het Jongeren Synode Beraad wilde wel de discussie over de identiteit binnen de GKN voeren, maar niet aan de hand van dit rapport, „alstublieft niet.” „Het rapport balanceert op het scherp van de snede tussen bevlogenheid en gewauwel. Het houdt zich maar voor de helft aan de opdracht van de synode. Het is niet eenduidig, maar warrig.”
Ds. J. J. A. Doolaard, voorzitter van de commissie die het rapport schreef, zei dat de identiteitscrisis binnen de GKN zeker wordt herkend en ook echt serieus wordt genomen. „De pluraliteit is echter een gegeven. Zij is iets waarnaar je met zorg maar ook met vreugde kunt kijken en waarmee je aan het werk kunt gaan. Het is eigen aan de pluraliteit om je dat eigen te maken, ook om het organisatorisch vorm te geven. Daarvoor hebben we creativiteit nodig. Het stichten van modaliteiten is een vluchtpoging, waaraan we niet moeten toegeven.”
Hij erkende dat in de kwestie-Den Heyer niet goed gecommuniceerd is met het grondvlak. Tegelijkertijd wilde hij het beeld van het vuur voor de hele kerk behouden: „het vuur dat ons aansteekt om mens en kerk in deze wereld te zijn.”
Het rapport werd nagenoeg unaniem aanvaard.