Verschillen autoprijzen in EU kleiner
De verschillen tussen de kale prijzen (zonder belastingen) van nieuwe personenauto’s in de verschillende EU-landen nemen langzamerhand af.
Dat blijkt uit het donderdag gepubliceerde jaarlijkse onderzoek door de Europese Commissie naar autoprijzen. De standaardafwijking daalde van 4,9 procent vorig jaar tot 4,4 procent in het nieuwste rapport.
Voor Nederland is dat niet zo gunstig, want daar waren de prijzen traditioneel laag. Fabrikanten bouwen voor ons land relatief kale modellen, omdat anders de prijs na bijtelling van bijvoorbeeld de BPM veel te hoog zou zijn. Voor de extra’s die in andere landen standaard op de auto’s zitten, moet in Nederland vaak worden bijbetaald.
Het afgelopen jaar werden auto’s bij Nederlandse dealers gemiddeld 1,7 procent duurder, terwijl de prijsstijging in de EU als geheel slechts 0,9 procent bedroeg. In Italië werden auto’s zelfs goedkoper.
Voor het eerst zijn in het overzicht ook de nieuwe lidstaten opgenomen. In Polen, waar de meeste nieuwe auto’s een stuk goedkoper worden aangeboden door de fabrikanten, gingen de prijzen met 8,7 procent omhoog.