Industrie krijgt duidelijkheid over chroom-6
De technologische industrie in Nederland is blij dat het gebruik van chroom-6 in Europa nog minimaal vier jaar is toegestaan. Ondernemersorganisatie FME reageert op een besluit hierover uit Brussel. Volgens de branche komt hiermee een einde aan de jarenlange onzekerheid voor de industrie.
Het gebruik van chroom-6 is omstreden, maar de kankerverwekkende stof is belangrijk voor de industrie als anticorrosiemiddel en voor slijtvaste lagen in machines. Volgens FME was het lang onduidelijk of bedrijven ermee mochten blijven werken, met minder investeringen, omzetverlies en uiteindelijk verplaatsing van bedrijfsactiviteiten naar landen buiten Europa tot gevolg.
In Nederland is de laatste tijd veel ophef over het giftige spul. Eerder bleek dat verf met chroom-6 was gebruikt bij onder meer de NS en Defensie. Medewerkers van een NS-werkplaats in Tilburg kregen eerder deze maand een schadevergoeding als gevolg van hun blootstelling aan de stof.
FME is geen grote voorstander van het gebruik van chroom-6, maar alternatieven zijn niet altijd voorhanden. Aan het gebruik ervan zijn strenge voorwaarden verbonden. De laatste jaren hebben bedrijven in Nederland tientallen miljoenen euro’s geïnvesteerd in het voldoen aan de eisen.
De branche had overigens liever een Europese toestemming voor een veel langere periode gezien, bij voorkeur zeker zeven jaar of langer. FME is niet gelukkig met de manier waarop de toelatingen in Europa momenteel geregeld zijn. Daarom pleit de organisatie er al langer voor het beleid grondig te veranderen.
„Chroom-6 is slechts één stof maar er volgen de komende jaren nog meer autorisaties. Het indienen van een aanvraag vraagt al snel een tot twee jaar, kost veel geld en het beoordelen duurt ook een à twee jaar”, aldus FME.