Weer meer kinderen gaan niet naar school
Vorig jaar zijn opnieuw meer kinderen niet naar school gegaan dan het jaar ervoor. En dat terwijl het ministerie van Onderwijs met de scholen, leerplichtambtenaren en alle andere betrokkenen heeft afgesproken dat er volgend jaar geen kind meer langer dan drie maanden thuis mag zitten. Dat gaat niet lukken, erkent minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs).
Slob maakt zich „grote zorgen” over de thuiszitters, schrijft hij aan de Tweede Kamer. Daarom nemen het ministerie en de andere betrokkenen „versneld extra maatregelen”. De samenwerkingsverbanden waarin scholen overleggen waar een leerling het beste af is, worden bijvoorbeeld wettelijk verplicht om iemand aan te stellen die bij blijvende onenigheid de knoop doorhakt. Zo wil Slob voorkomen dat er een patstelling ontstaat en een oplossing voor een kind uitblijft.
Het duurt nog wel even voor die verplichting in de wet is vastgelegd. In de tussentijd gaat in iedere regio alvast een tijdelijke ‘knoopdoorhakker’ optreden, hebben alle partijen afgesproken. Deze mensen moeten dit voorjaar al aan de slag in de regio’s waar de nood het hoogst is.
Vorig schooljaar zaten 4479 jongeren drie maanden of langer thuis. Een jaar eerder waren dat er 4212. Omdat het totaalaantal jongeren met leerplicht groeide, daalde het percentage thuiszitters wel heel licht.