Daarbij wisten webwinkels ruim 13 procent meer om te zetten, zij hebben als hoofdactiviteit verkoop via internet. De online-omzet van winkels waarvan de verkoop via het internet een nevenactiviteit is, de zogeheten multichannelers, groeide met bijna 26 procent.

De detailhandel als geheel heeft vorig jaar 3,3 procent meer omgezet dan een jaar eerder. Dat is de op één na hoogste omzetgroei na 2006, maar lager dan in 2017. Toen was de omzetgroei nog 4,2 procent.

Afgelopen jaar dikten de opbrengsten van de non-foodsector met 1,7 procent aan. Winkels in doe-het-zelfartikelen, keukens en vloeren, de winkels in meubels en huishoudartikelen en de drogisterijen realiseerden de grootste omzetstijging. En ook in kledingwinkels werd meer verkocht. De winkels in onder meer consumentenelektronica en schoenen en lederwaren boekten een omzetverlies.

Na de piek in 2008 bereikte de omzet van de detailhandel een dieptepunt in 2013. Daarna was volgens het statistiekbureau sprake van gestage groei. Vorig jaar was de omzet van de non-foodwinkels nog wel 13 procent lager dan voor de crisis. De omzet van winkels in voedings- en genotmiddelen lag daarentegen ruim 18 procent hoger dan voor de crisis.

De winkels in voedings- en genotmiddelen zetten 3,2 procent meer om. Terwijl bij speciaalzaken de opbrengsten een fractie krompen, steeg de omzet bij supermarkten met bijna 4 procent. De detailhandelsomzet groeide overigens in december met 2,3 procent, aldus het CBS.