Brexitzorgen drukken op Britse economie
De naderende brexit heeft duidelijk zijn weerslag op de Britse economische groei. Volgens het Britse statistiekbureau was in het vierde kwartaal van 2018 sprake van een groeivertraging tot 0,2 procent op kwartaalbasis, tegen een groei van 0,6 procent in de vorige meetperiode. Het gaat daarbij om voorlopige cijfers. Het Britse pond verloor stevig aan waarde na de publicatie van de cijfers.
Door de brexitperikelen blijven ondernemers en consumenten onzeker, wat een rem zet op de economie, terwijl het zwakkere pond de prijzen aanjaagt waardoor de budgetten van huishoudens onder druk staan. Over heel 2018 werd een economische vooruitgang opgetekend van 1,3 procent, tegen 1,5 procent een jaar eerder. De groeivertragingen waren steviger dan waar kenners in doorsnee op rekenden.
Britse huishoudens waren ook iets voorzichtiger met hun uitgaven. Hier was in de laatste maanden van vorig jaar sprake van een groei met 0,4 procent, tegen een plus van 0,5 procent een jaar eerder. Ook bedrijven hielden hun hand meer op de knip.
Verder meldde het statistiekbureau een stevige afname van de Britse export. Hier was op kwartaalbasis sprake van groei met 0,9 procent. Dit was eerder 2,7 procent. De invoer van goederen steeg naar 1,3 procent, tegen een stabilisatie in de voorgaande meetperiode. De industriële productie en de bouwoutput werden in de slotmaand van 2018 onverwachts minder.
Volgens kenners van ING staan de Britten nog de nodige uitdagingen te wachten en zal de Britse economie ook de komende periode maar bescheiden groeien. De economen benadrukken daarbij dat de no-dealbrexit die boven de markt hangt voor veel onzekerheid zorgt. Zeker nu de deadline van 29 maart met rasse schreden dichterbij komt. Een renteverhoging in de eerste helft van 2019 door de Bank of England lijkt volgens ING hoogst onwaarschijnlijk.
De Britse handelsminister Liam Fox zei vanuit een bijeenkomst in Zwitserland dat de afkoelende groei niet alleen te wijten is aan de brexit. Hij wees daarbij onder meer op de zwakkere economische groei in China, waar ook andere Europese landen last van hebben.