Robert Burns, de apostel van Canada
In de kelder van het landhuis van de Schotse familie Warner lagen oude Duitse en Nederlandse theologische boeken verborgen. Robert Burns ontdekte deze schat in 1825. De Hollandse theologie sprak hem zeer aan.
De boeken die Robert Burns (1789-1869) vond hadden jarenlang onaangeroerd onder het stof gelegen. Ze waren er ruim een eeuw eerder verstopt door de predikant Patrick Warner (1640-1724), die tijdens de vervolging van de Covenanters in de jaren 1680 enige tijd in Rotterdam had gewoond.
Burns begon de boeken te lezen en kreeg waardering voor de Hollandse theologie. Een van zijn favoriete boeken was de ”Theoretico-practica theologia” van Petrus van Mastricht (1630-1706). Later schonk hij de boeken aan het Knox College in Toronto, de theologische school van de Canadese Presbyteriaanse Kerk. Daar was Burns hoogleraar in de kerkgeschiedenis en apologetiek.
Verlichtingsdenken
Robert Burns, naamgenoot van de bekende Schotse dichter, werd geboren in het vissersplaatsje Bo’ness. Dat was in de tijd dat het verlichtingsdenken de Schotse universiteiten beheerste. De oude Schotse theologie was op haar retour, maar daar kwam verandering in toen Burns in 1810 afstudeerde.
Thomas Chalmers (1780-1847), die tijdens zijn predikantschap in Kilmany tot bekering gekomen was, maakte naam in Glasgow. Daar verkondigde Chalmers in de Tron Church en in de St. John’s het Evangelie van het kruis. Nog meer invloed had hij toen hij eerst in St. Andrews en later in Edinburgh hoogleraar werd. Hij gaf leiding aan het geestelijk reveil in de Schotse kerk.
Burns leerde Chalmers kennen toen hij in 1811 in Paisley, onder de rook van Glasgow, predikant werd. In het voetspoor van de grote leider richtte Burns zich niet alleen op de geestelijke nood van zijn gemeente, maar ook op het armoedeprobleem. Hij spoorde de vele werkloze wevers in zijn woonplaats aan om naar Noord-Amerika te emigreren. Hij richtte een stichting op om door fondsvorming de overtocht naar Canada mogelijk te maken.
Conflict
Intussen bewees Burns niet alleen als hardwerkende predikant organisatorische gaven te hebben, maar ook door met grote inzet zondagsscholen en traktaatzending van de grond te krijgen. Hij hield zich eveneens bezig met een groot theologisch conflict. Het optreden van de predikant van Row of Rhu, John McLeod Campbell (1800-1872), bracht veel hoofden en pennen in beweging. Als reactie op wettische tendensen in de geloofsbeleving benadrukte Campbell het algemeen Vaderschap van God over alle mensen. Een bekeringsproces was in zijn visie niet nodig om God in Christus te leren kennen. Slechts het geloof in Gods liefde en een ”universeel pardon” dat door de dood van Christus vergeving verzekert, waren voldoende. Dit geloof hield de verzekering in dat men Gods kind is. Op deze wijze wilde hij het Evangelie dichtbij brengen, ook voor hen die bekommerd waren vanwege een verkeerde kijk op de uitverkiezing. De zaak van Campbell kwam ter tafel op de synode van Glasgow en op de algemene synode van de Schotse Kerk, die hem in 1832 afzette.
Misleiding
Burns ging in woord en geschrift in tegen wat hij zag als de misleiding van de predikant van Row. Hij wees daarbij op de nodige kennis van zonden en verlorenheid, op de noodzaak van bekering, ook in de heiliging. Deze noties kwamen in de theologische visie van Campbell niet voor. Kennis van genade is niet zonder kennis van zonden, ook na ontvangen genade. De onvoorwaardelijke aanbieding van het heil gaat niet zo ver dat wedergeboorte niet nodig is. Wat betreft de heilszekerheid maakte Burns onderscheid tussen de zekerheid van het geloof en de zekerheid van het gevoel, zoals de Marrow Men in de achttiende eeuw deden. Het gelovig zien op Gods in Christus aangeboden beloften is niet hetzelfde als de gevoelige verzekering in het hart dat men een kind van God is.
Koloniën
De betrokkenheid van Burns op de overzeese Britse koloniën werd groter toen hij in 1844 Schotse kolonisten in de VS en Canada bezocht. Op Nova Scotia, King Edward Island en Cape Breton woonden veel kleine boeren uit de Schotse Hooglanden. Velen waren door grootgrondbezitters gedwongen huis en akker te verlaten. Zij voelden zich vaak thuis in de Canadese Free Presbyterian Church. Burns beijverde zich om studenten en evangelisten naar Canada uit te zenden.
In 1845 beantwoordde hij de roep om hulp van de jonge kerk in Canada om haar gelederen te versterken. Burns nam een beroep aan naar de Knox Church in Toronto. Met grote voortvarendheid gaf hij zijn krachten aan de Canadese kerk. Op den duur ging zijn pionierswerk ten koste van zijn eigen gemeente.
Hoogleraar
Burns vertrok vandaar naar het Knox College in Toronto, waar theologische studenten werden opgeleid. Hier werd hij in 1856 hoogleraar. Ook diende Burns de Presbyteriaanse Kerk als preses van de synode. Daar kwam hij in conflict met leden die tegen de afschaffing van de slavernij waren. Burns ging niet opzij. Hij was zozeer bewogen met het lot van armen en slaven, dat hij hen niet in deze positie wilde laten.
Vanaf het begin hield Burns zich bezig met de opbouw van het Knox College. Het chronische predikantentekort kon alleen worden opgeheven door een constante stroom van theologiestudenten. Voordat Burns inscheepte, schreef hij een brief aan jonge studenten om de theologiestudie in overweging te nemen. Hij was een man van daadkracht, die niet hield van eindeloze discussies. De geestelijke nood in het land vereiste een snelle vervulling van vacatures. Ook de sterk roomse populatie in Quebec had zijn aandacht. Daar moest de Presbyteriaanse Kerk eveneens aanwezig zijn, al waren de gemeenten in het begin klein en vaak vacant. Zijn opvliegende karakter speelde Burns nogal eens parten. Maar vriend en vijand waren het er wel over eens dat hij het welzijn van kerk en volk op het oog had.
De noodzaak van goede lectuur had eveneens de aandacht van Burns. Hij probeerde aan het Knox College een bibliotheek op te bouwen waar ook klassieke theologische werken uit de zeventiende eeuw een plaats moesten hebben. Zijn colleges zijn een bewijs dat hij de puriteinse theologie wilde promoten. Hij was bekend met Schotse en Engelse puriteinen en studeerde in de Latijnse handboeken van Nederlandse godgeleerden. Met hart en ziel verdedigde hij de calvinistische orthodoxie, die in de Britse gebiedsdelen onder vuur kwam te liggen. Daarvan was de algemene verzoeningsleer van Campbell een veeg teken.
Bijbelkritiek
In zijn vaderland nam Burns tendensen waar in de richting van Bijbelkritiek. Die verontrustten hem. De liberale en Schriftkritische theologie, vanuit Duitsland overgewaaid, maakte veel slachtoffers, onder zowel studenten als hoogleraren. Dit gold ook voor de evolutietheorie, die onder theologen steeds meer aanhang kreeg.
De contouren van het geestelijk verval werden vooral na Burns’ overlijden in 1869 zichtbaar. De vereniging met de United Presbyterian Church had hij in Canada niet kunnen voorkomen, maar in Schotland werd deze pas dertig jaar later een feit. Deze kerk had al eerder de algemene verzoeningsleer op de kansel en in de collegezaal toegelaten. De tijd van herleving ging over in en tijd van liberale theologie en kerkverlating.
Het Knox College bewaarde na 1869 nog enige tijd zijn gereformeerde karakter. Bekende christelijke leiders als Jonathan Goforth en A. B. Simpson hebben hier hun theologische basis gekregen. De naam van Robert Burns raakte wel in het vergeetboek, maar zijn behoudende theologische positie strekt nog tot voorbeeld. Met recht werd hij de apostel van Canada genoemd.