Rome rekt leeftijd pensioen op tot 60
De Italiaanse regering heeft woensdag een vertrouwensstemming in het parlement overleefd, waardoor premier Silvio Berlusconi zijn pensioenhervormingen kan doordrukken. Italianen kunnen als gevolg van de hervorming pas drie jaar later met pensioen dan nu het geval is.
Het werd een zwaarbevochten overwinning voor Berlusconi, die via de stemming de ruzie binnen zijn coalitie hoopte te omzeilen. Nadat de linkse oppositie haar bezwaren had geuit tegen de hervormingsplannen en de manier waarop Berlusconi die ter goedkeuring voorlegde, werd de wet aangenomen met 333 tegen 148 stemmen. Een nederlaag zou de val van het kabinet betekend hebben.
Berlusconi koos voor de vertrouwensstemming om de rangen gesloten te houden. Vanwege het geruzie onder coalitiepartners is hij er namelijk niet meer zeker van dat wetsontwerpen via een gewone stemming een meerderheid halen, ondanks de comfortabele meerderheid in het parlement.
De hervorming van de pensioenen moet in de periode 2012 tot 2018 een besparing van naar schatting 0,7 procent van het bruto binnenlands product opbrengen. Dat is hard nodig omdat Italië de hoogste staatsschuld van Europa heeft.
Officieel gaan Italianen op hun 65e met pensioen, maar de zogeheten anzianitá-regeling staat toe dat iemand al op zijn 57e stopt als er sprake is van een arbeidsverleden van minimaal 35 jaar. Vanaf 2008, als de nieuwe wet van kracht wordt, moet hij tot zijn 60e jaar werken. Vrouwen kunnen op 57-jarige leeftijd een verlaagd pensioen aanvragen.
De pensioenhervorming stuitte op hevig verzet van de vakbonden, die een reeks stakingen organiseerden. De Lega Nord, Berlusconi’s coalitiepartner, dreigde het wetsontwerp niet te steunen om zo prioriteit af te dwingen voor het plan om Italiaanse regio’s meer macht te geven.
Tijdens zijn eerste ambtstermijn als premier in 1994 probeerde Berlusconi ook al pensioenhervormingen door te voeren. Dat zorgde voor een storm van protest en de daaropvolgende ruzie tussen coalitiepartners leidde tot de val van het kabinet.