Hartverscheurende roman over liefde en lijden in de oorlog
Anne-Minke Hakvoort
Abortussen, sterilisaties, gruwelijke proeven zonder pijnbestrijding en onmenselijk diep lijden staan in schril contrast met de titel van deze nieuwe roman: ”Scherven van hoop”.
Het is het eerste boek van de Australische schrijfster Gemma Liviero dat in het Nederlands vertaald is en dwingt de lezer tot doorlezen tot het bitterzoete einde. Onomwonden wordt de onpeilbare wanhoop van verschillende personages ten tijde van de Tweede Wereldoorlog beschreven, een wanhoop die soms tot keuzes leidt die je als lezer verscheuren. Zo is daar de kleine Mathilde, die door haar moeder verkocht wordt zodat de rest van het gezin kan blijven leven. Ze komt in een Lebensbornhaus terecht, waar ze zwaar mishandeld wordt. Daarnaast heb je de jonge Jodin Elsi, die de gettogevangenis overleeft en opgenomen wordt in het leven van Wilhelm, een naziofficier. Deze Wilhelm werkt als arts in het Duitse Rijk en probeert levens te redden in plaats van te vernietigen. Deze drie mensen ontmoeten elkaar en laten met hun leven zien dat echte liefde bestaat uit opoffering en onbaatzuchtigheid, zodat anderen kunnen leven met hoop. Een aangrijpend boek. Het doet denken aan ”Amelie, het meisje dat er niet mocht zijn”, van Cathy Gohlke, die een soortgelijke thematiek beschrijft. De schrijfster laat de hoofdpersonen om de beurt aan het woord in opeenvolgende hoofdstukken. Deze afwisseling in perspectief zorgt voor een goede spanningsopbouw. Het is hartverscheurend en tegelijkertijd erg goed verwoord. Iets van de pijn en het lijden wordt zo jaren na de oorlog weer zichtbaar. Opdat we niet vergeten.
Boekgegevens
Scherven van hoop, Gemma Liviero; uitg. Kok; 470 blz.; € 22,50.