Oranjes te paard
Zeg je Oranjes, dan zeg je paarden. Al eeuwenlang koestert de koninklijke familie een voorliefde voor het edele dier. Een paardenevenement als Jumping Amsterdam kan dan ook rekenen op diverse koninklijke gasten.
Zelfs prinses Amalia gaf vorige week acte de présence bij het internationale evenement in de RAI in Amsterdam. Een grote verrassing, want de kroonprinses is zelden aanwezig bij publieksevenementen. Amalia was samen met haar vader, koning Willem-Alexander, bij de wereldbekerwedstrijd springen. Op dezelfde tribune zaten prinses Irene en prinses Margarita. Ook prinses Beatrix bezocht in het weekend het evenement, in gezelschap van haar nichtje Margarita.
Opgezet paard
Van prinses Amalia is bekend dat ze graag paardrijdt, net als haar zusjes. Niet verwonderlijk, want de liefde voor paarden zit in de genen van de Oranjes.
Voor prins Willem III –hij liet jachtslot Paleis Het Loo bouwen– was paardrijden in de 17e eeuw noodzakelijk, want hij jaagde graag en veel. Ook was een Prins van Oranje legeraanvoerder, en een leger voer je aan vanaf het zadel. Dat gebeurde nog tot in de 19e eeuw.
Koning Willem II was een van de meest enthousiaste Oranjeruiters. Hij draaide er zijn hand niet voor om ‘even’ te paard van Den Haag naar Brussel en zelfs van Brussel naar Soestdijk te rijden. Het paard Wexy, dat deze koning in 1815 bereed tijdens de Slag bij Waterloo, werd na zijn dood zelfs opgezet. Nog lange tijd stond de geprepareerde Wexy in de staatsie-eetzaal van Paleis Noordeinde. Koningin Emma liet het naar het Koninklijk Staldepartement verhuizen, waar het nog steeds deel uitmaakt van de collectie.
Rugklachten
Ook koningin Wilhelmina was een paardenliefhebber. De interesse werd haar met de paplepel ingegoten door moeder Emma, die veel verschillende soorten paarden ter beschikking had voor haar rijtoeren. Op het dierenkerkhof in het park van Paleis Het Loo zijn de paarden van Wilhelmina begraven. Op de grafstenen staan de bijzonderheden over hun levens vermeld.
Alleen al het bezitten van paarden was een teken van rijkdom en macht. Veelbetekenend was dan ook het geschenk dat Wilhelmina aan de Engelse koning George VI aanbood als dank voor de hulp bij de bevrijding van het bezette Nederland: dertig zwarte en twee grijze paarden.
Prins Hendrik deelde de liefhebberij van zijn vrouw. Op zijn initiatief werden bij Het Loo de Koninklijke Stallen gebouwd, waar 64 rijpaarden en 88 tuigpaarden werden ondergebracht.
Knol
Koningin Juliana reed ook af en toe paard, maar ze was zeker geen fanatieke amazone. Paarden interesseerden haar veel minder dan haar voorgangers. Ze omschreef het edele dier ook wel als een „knol.”
Haar dochter Beatrix is juist zeer gefascineerd door de paardensport. Ze wordt nog regelmatig te paard gesignaleerd op het strand van Katwijk en Wassenaar. Prins Claus vergezelde haar vroeger vaak. Prinses Beatrix ging als jong meisje vaak met haar vader, prins Bernhard, naar hippische concoursen. Ook deed de prinses geregeld mee aan wedstrijden. Hetzelfde gold voor haar zussen Irene, Margriet en Christina. Prins Bernhard maakte destijds ook vaak paardenritten, maar hij moest er vanwege rugklachten mee stoppen.
Margarita
Ook koning Willem-Alexander en koningin Máxima en hun drie dochters rijden graag paard, al komen ze daar, volgens de koningin, helaas te weinig aan toe. Enkele jaren geleden werden er unieke beelden vrijgegeven van de prinsessen op hun paard; Amalia op Safary, Alexia op Pixie en Ariane op Fredje.
De ferventste paardenliefhebber binnen de koninklijke familie is toch wel de oudste dochter van prinses Irene, prinses Margarita. Zij is al enkele jaren lid van het bestuur van Jumping Amsterdam, dat elk jaar in de RAI wordt gehouden. Vaak wordt ze vergezeld door prinses Beatrix en genieten de twee overduidelijk van de wedstrijden. Margarita zal de liefde voor paarden ongetwijfeld doorgeven aan haar dochters, Paola en Julia. En zo wordt de eeuwenoude paardenliefde van de Oranjes dus ook bij de jongste generatie voortgezet.