Rotterdamse partijen laken sluiten van coffeeshops
De twee grootste politieke partijen in Rotterdam, Leefbaar Rotterdam en de PvdA, hebben dinsdag kanttekeningen geplaatst bij het coffeeshopbeleid in de stad. Op last van de burgemeester werden recent twee coffeeshops gesloten.
Ronald Sörensen (Leefbaar Rotterdam) en Bert Cremers (PvdA) wijzen erop dat het gaat om „twee zaken die als goede coffeeshops bekendstaan.” Ze vrezen dat door de sluiting van de „goede” zaken, klanten uitwijken naar minder gunstig bekend staande coffeeshops.
Een week geleden werd op last van burgemeester Opstelten Sensi Café, Rotterdams oudste coffeeshop, voor een halfjaar gesloten, omdat er een minderjarige binnen was. Eind juni ging het eveneens in het centrum gelegen Reefer voor een jaar dicht, omdat er softdrugs aan een minderjarige waren verkocht. Volgens de politie kwam dat vaker voor.
Rotterdam waarschuwde coffeeshophouders begin dit jaar voor de strengere aanpak. Onderdeel daarvan is dat de eigenaar niet meer eerst een waarschuwing krijgt, maar dat direct wordt overgegaan tot sluiting als er een minderjarige in de coffeeshop is.
Leefbaar Rotterdam en de PvdA vragen zich echter af of sluiting van coffeeshops soms een doel op zich is geworden voor het college, terwijl het doel van de strengere controles was om de overlastgevende coffeeshops aan te pakken. „Wij ondersteunen het beleid scherp op te treden en te controleren op overlast, verkoop van harddrugs en de verkoop aan dan wel aanwezigheid van minderjarigen, en wel in deze volgorde”, aldus Sörensen en Cremers.
De fractievoorzitter van de ChristenUnie/SGP-fractie, A. C. A. Vlaardingerbroek, was vanmorgen niet bereikbaar voor commentaar.