Volkswoede in Sudan valt dit keer niet zomaar te stoppen
In Sudan demonstreren burgers al wekenlang tegen het bewind van president Omar al- Bashir. Hij laat de demonstraties zoals gebruikelijk hard neerslaan. Maar zijn speelruimte is beperkter dan ooit.
„Geen probleem, ik rij je erheen”, zegt mijn taxichauffeur direct, als ik op Twitter berichten langs zie komen van demonstraties. Het is 2012 en de man rijdt me rond in de Sudanese hoofdstad Khartoem. De protesten vinden plaats rond een moskee in Omdurman: een tweelingstad van Khartoem, aan de overkant van de Nijl.
Maar vervolgens rijdt de chauffeur straal de andere kant op. „Wat wil je daar?”, vraagt hij uiteindelijk. „Het is veel te gevaarlijk. Ik wil geen beschadiging aan mijn auto. Er is geen chauffeur die je erheen wilt rijden.”
Ik baal ervan, maar kan de man ook wel enigszins begrijpen. Protesten lopen in Sudan eigenlijk nogal eens op hetzelfde uit: de oproerpolitie mept of schiet de menigte uiteen en de demonstranten druipen af, voor zover ze niet zijn gevangen genomen.
Dat harde optreden is voor president Omar al-Bashir een beproefd recept. Gepaard met een uitgekiende verdeel-en-heerspolitiek blijft hij zo al dertig jaar aan de macht. Dat zijn strategie veel slachtoffers eist, neemt hij op de koop toe. Zo stierven in 2013 volgens mensenrechtengroepen 185 betogers door hardhandig optreden van ordetroepen. De demonstranten ageerden tegen de afschaffing van subsidies op benzine. Een thema waar ook gewoon over valt te praten, zou je denken.
De protesten die nu al vijf weken aan de gang zijn, lijken op het eerste gezicht een vertrouwd patroon te volgen. De directe aanleiding ligt dit keer in de verdrievoudiging van de broodprijs in december. Het was het gevolg van een regeringsmaatregel om de subsidie op graan terug te draaien. Inmiddels eisen de demonstranten onomwonden het vertrek van Bashir.
Of Bashir nu ook weer weg komt met zijn oude strategie? Niet per se. Er zijn belangrijke verschillen met veel eerdere demonstraties. De huidige protesten zijn opvallend divers: alle lagen van de bevolking doen mee. Belangrijker nog is dat er ook veel mensen de straat op gaan in regio’s die vanouds loyaal zijn aan Bashir.
Daarbij komt dat het binnen de partij van Bashir rommelt. Een deel van de National Congress Party (NCP) reageerde vorig jaar met onverholen scepsis op het voornemen van Bashir ook in 2020 weer voor een nieuwe termijn te gaan.
Tenslotte zit Sudan economisch gezien in ongekend zwaar weer. Bashir heeft er geen belang bij de situatie zozeer te laten escaleren dat het Westen zich weer keihard tegen zijn regime keert. Dan stort de economie helemaal in. De laatste jaren was er juist sprake van voorzichtige toenadering en werden de sancties enigszins verlicht.
De kans dat Bashir vrijwillig opstapt of daarvoor de weg baant met politieke hervormingen, is klein. Hij heeft sterke redenen om dat niet te doen: het Internationaal Strafhof wil hem berechten wegens oorlogsmisdaden in Darfur en een nieuw regime kan hem verantwoordelijk houden voor zaken als corruptie.
Om de kans op een vrijwillige aftocht te vergroten, pleiten sommige analisten er daarom voor dat het Strafhof rechtsvervolging opschort. Maar ga dat de mensen in Darfur eens uitleggen. Het zijn de lastige dilemma’s van de politiek.