Als kinderen andere wegen gaan
Ouders kunnen er moeite mee hebben als een kind andere keuzes maakt dan zij hadden gewild. Toch is het belangrijk de deur van het ouderlijk huis open te houden, vindt ds. W. C. Polinder. Zijn er dan helemaal geen grenzen? „In sommige gevallen zeker wel.”
Op het symposium ”Geloof in het gezin” aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) spreekt ds. Polinder over het thema ”Als kinderen andere wegen gaan”. Het is een onderwerp dat de hervormde predikant uit Putten al een aantal jaren bezighoudt.
Wat verstaat u onder kinderen die andere wegen gaan?
„Kinderen die tot andere keuzes komen dan jij als ouder graag zou zien. Je zou graag zien dat je dochter gaat trouwen met haar vriend, maar ze gaat samenwonen. Of je dochter, die geloofsbelijdenis heeft afgelegd, komt thuis met de mededeling dat ze moslima wil worden. Of je zou graag zien als ouder dat je zoon kiest voor de Heere en Zijn dienst, maar op een dag vertelt hij dat hij het geloof in God vaarwel zegt.”
Hebt u de indruk dat het aantal gezinnen waarin dit speelt, in de afgelopen jaren is toegenomen?
„Ik heb daar geen exacte cijfers over. Maar ik heb wel een sterk vermoeden dat het is toegenomen. Ik heb de afgelopen jaren op verschillende plekken over deze thematiek gesproken. En telkens viel mij op hoeveel ouders deze problematiek herkennen en ermee worstelen. Ook in mijn huidige gemeente valt mij trouwens op hoeveel ouders of grootouders er zijn die vertellen dat één of meerdere kinderen of kleinkinderen niets meer met het geloof hebben. Dus ook midden op de biblebelt sijpelt het door.”
In sommige gezinnen maakt het ene kind meer keuzes die verschillen van die van de ouders dan een ander kind. Ze hadden dezelfde ouders en kregen min of meer dezelfde opvoeding. Hoe komt dat, volgens u?
„Die vraag is niet simpel te beantwoorden. Dat heeft met een complex van factoren te maken. Elk kind is uniek qua aanleg, karakter, temperament. Het ene kind is meegaander dan het andere. Het ene kind heeft meer verantwoordelijkheidsgevoel dan het andere. Het ene kind maakt andere dingen mee dan het andere kind. Niet elk kind heeft dezelfde positie in het gezin, in de kinderrij. In welke kring van vrienden en vriendinnen begeven kinderen zich? Met welke identificatiefiguren komen ze in aanraking? En door dat alles heen spelen ook Woord en Geest een rol. Je kunt daar lang niet altijd een vinger achter krijgen.”
Kunnen ouders menselijkerwijs iets doen in de opvoeding om te ‘voorkomen’ dat kinderen andere wegen gaan?
„Dat kinderen tot andere keuzes komen, is natuurlijk niet altijd verkeerd. In die andere wegen zit ook een zekere gradatie. Dat je je kind steeds meer ruimte geeft om een mens te worden met een eigen persoonlijkheid en een eigen leven met eigen keuzes. Je kind vraagt ook om steeds meer zelfstandigheid, steeds meer ruimte. Dat hoort bij het opvoeden: het loslaten en losmaken van je kind. Dat kan tot gevolg hebben dat je kind tot andere keuzes komt dan jij als ouder graag zou zien. Als dat keuzes zijn waarvan je als ouder denkt dat die tegen de Bijbel ingaan, dan geeft dat verdriet. En of je dat soort keuzes kunt voorkomen…?
Ik denk dat heel belangrijk is dat je als opvoeder een helder venster op God bent. Daarbij is een persoonlijke relatie met Jezus Christus ontzettend belangrijk. Hoe kun je een levend godsbeeld doorgeven aan je kinderen als je zelf nog buiten het Koninkrijk van God staat? Onze kinderen voelen heel goed aan of we het hebben over iemand met wie we een band hebben of dat het over een vreemde gaat. Geef daarom ook van jongs af vorm aan de geloofsopvoeding in het gezin. Samen zingen, bidden en lezen. Neem daar de tijd voor. Wees betrokken op je kind. Investeer in je kind door dingen samen te doen. En als je je kind dan langzaam maar zeker moet loslaten, doe het biddend: „Ik leg de namen van mijn kinderen in Uw handen. Graveer Gij ze daarin met onuitwisbaar schrift.” En dan nog wil het niet zeggen dat je kind niet tot een andere keuze kan komen in zijn of haar leven wat het geloof betreft.
Denk maar eens aan het gezin van Jozef en Maria. De kinderen van Jozef en Maria hadden een oudste broer met voorbeeldig gedrag. Maar wat lezen we in Johannes 7:5? „Want zijn broers geloofden niet in Hem.” Zelfs in het gezin van Jezus kwam het voor dat kinderen tot andere keuzes kwamen dan de ouders graag zouden zien. En wat lezen we later in Handelingen 1:14? „Deze bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken, met de vrouwen en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broers!” Dat geeft hoop! Dat God een ommekeer kan geven.”
Enkele jaren geleden schreef u: „Laat de deur van het ouderlijk huis en het ouderhart altijd openstaan voor kinderen die een andere weg gaan.” Welke reacties kreeg u daarop?
„Alleen maar positieve. En ook hele eerlijke. Van ouders, die bekenden dat ze spijt hebben van harde uitspraken richting hun kind. Vaak uit gevoelens van onmacht. Regelmatig ontspon zich op zo’n avond een mooi gesprek naar aanleiding van de vader van de verloren zoon. Die vader liet zijn zoon gaan, ook al ging die zoon een hele andere weg dan de vader zou willen. De vader gunde hem de vrijheid om te gaan. Tegelijkertijd verbrak hij de relatie met zijn zoon niet. Toen die zoon terugkwam, klonk er geen enkel verwijt. De vader omhelsde hem en nam hem weer op in het gezin. Liefde laat vrij, hoe moeilijk dat ook is.”
Zijn er dan geen grenzen aan het openzetten van de deur van het ouderlijk huis?
„Die zijn er. Als er bijvoorbeeld drugs of drank in het spel zijn. In zulke situaties kun je de deur van je huis dichtdoen uit liefde. Omdat het openzetten van de deur dan niet meer helpt. Kinderen die verslaafd zijn, ontzien hun ouders niet. Het kan ook zijn dat je het zelf niet langer trekt; dan moet je soms even voor jezelf kiezen. Of dat er sprake is van een narcistische persoonlijkheid bij je kind. Iemand die je leegzuigt, je regelmatig op je ziel trapt en je kwetsbare plekken heel goed weet te vinden. Ook dan kan het zijn dat je de deur van je huis dicht moet doen. Maar dat zijn uitzonderingssituaties.”
Wat kunnen ouders nog meer doen?
„Liefhebben, liefhebben, liefhebben. Ik had het net over de vader van de verloren zoon. Die vader in de gelijkenis is in de eerste plaats het beeld van God de Vader. Als je je als ouder mag toevertrouwen aan de onvoorwaardelijke liefde van deze Vader in Jezus Christus, dan mag je je aanvaard weten als een geliefd kind van God. Dan verwonder je je over deze God, dat je bij Hem welkom bent met al je tekorten en gebreken. Dan komt er een mildheid in je hart waardoor de bereidheid groeit om niet langer verwijten te maken. Blijf ook oprechte belangstelling tonen. Blijf niet preken en zeuren. Dat laatste doe je als je er steeds weer over begint. Blijf bidden in hoop en verwachting. Breng je kind al biddend bij God in bewaring.
Ouders die hun kinderen ten doop hebben gehouden, kunnen zich extra verantwoordelijk voelen voor wat hun kind doet.
„Ik kan me daar wel wat bij voorstellen. Je hebt er bewust voor gekozen om je kind te laten dopen. Je hebt beloofd bij het opgroeien van je kind het kind naar je vermogen te onderwijzen en te laten onderwijzen. Dan liggen ook eerder schuldgevoelens op de loer: wat hebben wij als ouders verkeerd gedaan? Hadden we niet meer dit en hadden we niet meer dat? Wie van ons als ouders durft te zeggen dat we daarin alles hebben gedaan wat we konden doen? Toch moeten we ook hier oppassen voor een verkeerde verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid heeft te maken met keuzes die je zelf kunt maken. Maar als je zoon tegen je zegt: „Pa, ma, ik ga samenwonen met mijn vriendin”, dan heb jij als ouder geen keuze. Dan is dat ook niet jouw verantwoordelijkheid.
Wel is het goed om als ouder eerlijk te zijn. Zijn er achteraf gezien dingen verkeerd gegaan, heb je dingen gezegd of gedaan waar je spijt van hebt? Erken het. Belijd het tegenover God en tegenover elkaar. Dan ontstaat er ruimte om elkaar te ontmoeten van hart tot hart. We moeten het allemaal van genade hebben. En genade is dat je elke dag weer opnieuw mag beginnen.”
Wat is de plaats van het vijfde gebod in deze kwestie?
„Helaas gebeurt het nogal eens dat ouders schermen met het vijfde gebod. Maar dat gebod gaat niet zozeer over een recht dat ouders hebben op gehoorzaamheid. Het gaat om een plicht die kinderen hebben. De plicht om ouders te eren. Eren wil zeggen dat je aan ouders het gewicht toekent dat hen toekomt.
Daar zit ook iets wederkerigs in. Ben je als ouders gewicht waard? Hoe ben je als ouder in je relatie tot je kinderen? Het gezag als ouder heb je gekregen, van Hem Die de Bevrijder is van Zijn volk. Aan Hem ben je verantwoording schuldig. Dat kan niet samengaan met het uitoefenen van liefdeloze blinde macht over je kinderen.”
Ook grootouders kunnen ermee worstelen als ze zien dat hun kleinkinderen andere keuzes maken. Welke boodschap hebt u voor hen?
„Geen andere dan voor de ouders. Heb je kleinkinderen lief en blijf ze liefhebben. Vanuit die onvoorwaardelijke liefde. Geef je kleinkinderen het gevoel dat ze hartelijk welkom zijn, ondanks dat ze keuzes maken die jij niet zou maken of waar jij als grootouder niet achter staat. Wees een luisterend oor voor hen. Zorg er ook voor dat je kleinkinderen zich veilig bij je voelen.
Blijf contact met hen houden. Misschien is het ook goed om mee te gaan in hun manier van contact maken, zoals via Whatsapp. Blijf voor hen bidden. We hebben een machtige God Die niet loslaat wat Zijn hand is begonnen. We mogen pleiten op Zijn verbondsbeloften die gegrond zijn op het werk van onze Heere Jezus Christus.”
Symposium ”Heilige huizen”
Ds. W. C. Polinder verzorgt woensdag 30 januari een workshop over het thema ”Als kinderen andere wegen gaan” op het symposium ”Heilige huizen”, georganiseerd door ”Geloof in het gezin” in samenwerking met de Theologische Universiteit Apeldoorn en de Christelijke Hogeschool Ede.
Op de bijeenkomst zullen dr. Danielle van de Koot-Dees en prof. dr. M. J. Kater lezingen verzorgen over geloofsopvoeding en prediking. Drs. Laurens Snoek zal spreken over opvoeding en pastoraat.
Het symposium duurt van 15:00 tot 21:00 uur en vindt plaats in het gebouw van de Christelijke Hogeschool Ede, Oude Kerkweg 100 te Ede. Het is ook mogelijk om een deel van het symposium bij te wonen. De bijeenkomst is bedoeld om predikanten, ouderlingen, diakenen, pastoraal medewerkers, bezoekbroeders en -zusters, kringleiders, catecheten, ouders en overige geïnteresseerden toe te rusten en te bemoedigen om ouders te ondersteunen in de geloofsopvoeding van hun kinderen.
Ds. W. C. Polinder
Ds. W. C. Polinder (1962) is sinds januari 2018 predikant van wijk 3 van de hervormde gemeente te Putten. In de periode 2013-2018 was hij predikant te Kamperveen. Voor zijn predikantschap werkte hij onder meer als docent godsdienst en pedagogiek aan de christelijke hogeschool De Driestar in Gouda, als pastoraal-missionair werker voor de christelijke gemeente Bunde/Meerssen, als evangelist voor de Zending Gereformeerde Gemeenten in Guinee en als jongerenredacteur bij het Reformatorisch Dagblad.