Orde onderzoekt advocaten in zaak-Holleeder
De deken van de Amsterdamse orde van advocaten Evert Jan Henrichs onderzoekt het optreden van advocaten in het proces tegen Willem Holleeder. Henrichs wil onder meer opheldering over het gebruik van de vertrouwelijke telefoonlijn waarmee advocaten met hun cliënten kunnen bellen zonder afgeluisterd te worden.
Dat heeft de orde woensdag laten weten. Aanleiding is de publiciteit rond een gesprek tussen misdaadverslaggever Peter R. de Vries en Holleeder in 2011. De Vries belde met Holleeder op het kantoor van diens toenmalige advocaat Stijn Franken. Daarbij zou hij gebruik hebben gemaakt van de zogeheten ‘geheimhouderstelefoon’. Die is alleen bedoeld voor communicatie tussen advocaat en cliënt.
Het telefoongesprek volgde op een vertrouwelijke brief van Holleeder, waarin hij schrijft dat hij wordt bedreigd door Bénédicte Ficq, de raadsvrouw van Dino Soerel. Ficq zou Holleeder onder druk hebben gezet valse verklaringen af te leggen ten gunste van Soerel, die levenslang kreeg in het liquidatieproces Passage. Het kantoor van Ficq heeft dit verhaal eerder al afgedaan als onzin.
Ficq en haar kantoorgenoot Nico Meijering zijn uitgenodigd door de orde van advocaten voor een gesprek over de affaire, zeg het kantoor op Twitter. Ficq zegt graag op de uitnodiging in te gaan. Ook Stijn Franken is volgens Ficq uitgenodigd bij de orde van advocaten.