Goede verkoopcijfers elektrische auto nog geen reden tot juichen
Gaat het dan toch wat worden, met de elektrische auto? Daar leek het deze week wel op. Vrijdag bleek dat de verkoop van deze voertuigen in 2018 is verdrievoudigd ten opzichte van 2017. Ook Tesla schakelt een tandje bij.
Ruim 24.000 elektrisch aangedreven auto’s werden in totaal geregistreerd in 2018. Een record, volgens branchevereniging RAI Vereniging, BOVAG en dataspecialist RDC. Maar voordat premier Mark Rutte de vlag al uitsteekt op het torentje: het gaat nog maar om 5,4 procent van alle auto’s die vorig jaar op kenteken werden gezet.
Dat is kanttekening één. De tweede is dat de verkopen dit jaar weleens tegen zouden kunnen vallen. Veel kopers gingen voor 1 januari nog snel over tot aanschaf van vooral zo’n grote luxe elektrische auto als de Tesla Model S, Model X of Jaguar I-pace. Waarom? Omdat de fiscale regels voor deze dikke wagens dit jaar minder gunstig zijn geworden.
Eenzelfde effect was te zien in het jaar 2016, toen de autoverkopen instortten. Het jaar ervoor was een topjaar voor autoverkopers, omdat toen de oude bijtellingsregels nog golden.
Daar staat tegenover dat het aantal elektrische modellen op de markt snel stijgt. Volgens de Elektrische Voertuigen Database staan er voor 2019 en 2020 niet minder dan 44 elektrische auto’s op de rol. Niet alleen grote en bijna niet te betalen mastodonten als de BMW iX3, maar ook meer betaalbare modellen als de Volkswagen I.D. Neo.
Struikelblok
Het woord is gevallen: betaalbaar. Want dat is volgens de vorige maand gepubliceerde Elektrisch Rijden Monitor van de ANWB nog altijd hét struikelblok voor elektrisch rijden. Auto’s zijn domweg te duur voor de gemiddelde Nederlander.
En daar heeft de ANWB een punt. Neem de nu al beschikbare Hyundai Kona Electric. Die kost op een haar na 40.000 euro. Voor een beetje aangeklede benzineversie hoeft je nog geen 27.000 euro af te tikken. „De consument lijkt te wachten op een meer gangbare, voordelige elektrische auto”, is dan ook de logische conclusie.
Natuurlijk gaat het hier alleen om de aanschafkosten van een elektrisch voertuig en niet om de totale kosten van bezit. Die komen namelijk wel degelijk dichterbij die van een auto met een verbrandingsmotor. Overigens komt dat onder meer omdat rijden op een fossiele brandstof steeds duurder wordt en zegt dat nog niet direct iets over de prijs van elektrisch rijden.
Tesla
Nog even terug naar het toenemende aantal modellen dat dit en volgend jaar beschikbaar komt. Grote speler op de markt is Tesla, de Amerikaanse fabrikant van elektrische auto’s. Uit vrijdag gepubliceerde cijfers blijkt dat het bedrijf grote sprongen maakt (zie grafiek). In het laatste kwartaal gingen ruim 90.000 van deze auto’s over de toonbank. Vooral de productie van de relatief goedkope Model 3 lijkt op stoom te komen.
„Tja”, zeggen kopers die al maanden op hun auto moeten wachten, „dat wordt tijd ook.” Toegegeven: er zouden er al veel meer moeten zijn. Maar het gebeurt nu toch maar. Voor de markt is het goed nieuws. Hoe meer concurrentie, hoe beter het is. Prijzen zullen dalen en de kwaliteit gaat omhoog. Althans, dat is de verwachting.
Bereik
Tesla heeft één ding in ieder geval goed voor elkaar: het bereik. Met een volle accu in een Model 3 kom je zomaar 400 kilometer ver. En weet dat bereik naast betaalbaarheid het tweede woord is dat altijd opduikt als het om elektrisch rijden gaat. De ANWB schrijft er ook het nodige over in haar monitor over 2018.
Helemaal negatief wil de organisatie niet zijn. „Het gemiddelde rijbereik van volledig elektrische auto’s is gestegen. Van de exemplaren met een aanschafprijs tot 50.000 euro is de gemiddelde actieradius toegenomen van 221 kilometer in 2017 naar 264 kilometer in 2018.”
Toch is dat nog altijd veel te weinig. Natuurlijk klopt het dat het grootste deel van de ritten onder die 264 kilometer valt. Maar je wilt als eigenaar van zo’n auto ook gewoon op vakantie kunnen. Op weg naar Oostenrijk vier keer opladen à minimaal een halfuur vormt heus een struikelblok.
Is er hoop? Jawel. Bijna vier op de tien Nederlanders heeft interesse in elektrisch rijden. Het overgrote deel –ruim 80 procent– heeft daarbij het milieu op het oog. Dat is positief. Als de overheid het ene struikelblok –betaalbaarheid– kleiner maakt en de industrie het andere –de actieradius–, zullen de komende jaren nog veel meer records sneuvelen.