Kerk & religie

Lofzangen

Lukas 1:46

20 December 2018 08:43Gewijzigd op 16 November 2020 14:55

„En Maria zei: Mijn ziel maakt groot de Heere.”

Het kind van Elizabeth springt op in haar schoot bij de ontdekking dat de moeder van de Heere Jezus komt. De voorloper van de Heere, een ongeboren kind van zes maanden, toont beweging van blijdschap. „Zalig zijt gij dat gij geloofd hebt”, zegt Elisabeth. Daarna spreekt zij over haar hart en geest. Daarop komt God in Maria’s hart en zij maakt een lied voor Sion: „Mijn ziel maakt groot de Heere.” Daar zingt en springt ze van vreugde. Wanneer we in haar hart zien, ligt daar de verkoeling van Jozefs liefde. Zij ondervindt daarentegen het werk van Gods liefde. Maria blijft drie maanden bij Zacharias en Elizabeth, totdat Johannes geboren is. Zie wat daar gebeurt: de vader van Johannes, Zacharias, wiens spraakvermogen verdwenen was, gaat ook spreken. De lofzang van Zacharias klinkt. Johannes groeit ondertussen op in aangenaamheid voor de Heere. Hij gaat naar eenzame plaatsen tot de dag van zijn vertoning aan Israël. Maria zei: „Ziet de dienstmaagd des Heeren.” Ze kon noch wil de genade in haar hart ontkennen. Ze onderwierp zich helemaal aan de Heere, maar erkende ook haar genadestaat, waarom ze zich verplicht wist de dienstmaagd des Heeren te zijn.”

Bernardus Smijtegelt, predikant te Middelburg.

(”Zestal leerredenen”, 1730)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer