Filosoferen over de grenzen van wetenschap
Een boek schrijven dat de schuld is van een ander. Het overkwam Willem Schoonen, oud-hoofdredacteur van dagblad Trouw. Een subsidie van de Amerikaanse financier Templeton Foundation en een verzoek van de Amsterdamse hoogleraar filosofie René van Woudenberg trokken hem over de streep.
Het is geen verrassing dat het boek ”Een klok weet niet hoe laat het is” wat filosofisch van toon is. Schoonen gaat immers verder waar Van Woudenberg is gebleven: wetenschapsfilosofie leesbaar maken voor een groot publiek.
De hamvraag van het boek is hoe ver de verklaringskracht van de wetenschap reikt. Schoonen: „Er zijn nog altijd grote delen van de werkelijkheid waarvoor de wetenschap geen verklaring heeft en misschien nooit zal vinden. De mysteries waarmee de wetenschap worstelt, zijn echter een feest, juist omdat ze nog geen sluitende verklaring hebben.”
Met name de illusie van het sciëntisme krijgt er van langs. Deze denkrichting hanteert de stelling dat alles wetenschappelijk verklaarbaar is, en dat wat niet wetenschappelijk kan worden verklaard, geen betekenis kan hebben. Religie bijvoorbeeld. Sciëntisten zijn daarom vrijwel altijd atheïsten.
De auteur toont aan dat de wetenschappelijk verklaarde wereld maar een klein deel is van de werkelijkheid. Zo zijn wij niet ons brein, en is het menselijk gedrag niet uitsluitend te verklaren door het bestuderen van DNA, zenuwsignalen en hormonen. Hetzelfde geldt voor de menselijke moraal en religie. Ander wetenschappelijke raadsels zijn de oorsprong van het heelal, het leven, en hoe evolutie aan de basis zou moeten staan van de huidige biodiversiteit.
Wetenschappelijke kennis is begrensd, concludeert Schoonen ten slotte. „De bestaande wetenschappelijke methoden verklaren een deel van de werkelijkheid. Het resterende, onverklaarde deel is oneindig.”
Helaas accepteert de auteur bepaalde wetenschappelijke feiten zonder verder commentaar. De grenzen van het wetenschappelijke kennen kunnen er immers toe leiden dat de wetenschap ernaast zit, met name rond oorsprongsvragen. Simpelweg omdat aan de basis van wetenschappelijke feiten seculiere vooronderstellingen staan waarvan niet kan worden bewezen dat ze meer of minder waar zijn dan religieuze. Daarvan geeft Schoonen zich in dit boek nauwelijks rekenschap.
Een heelal van 13,72 miljard jaar oud volgt bijvoorbeeld uit een recht-toe-recht-aan berekening op basis van afstanden in het heelal en de nu bekende lichtsnelheid. Maar met andere –Bijbelse– vooronderstellingen komt een fysicus als de Australiër John Hartnett op een ouderdom van ruim 6000 jaar. Die ligt dan ook in lijn met de Bijbelse chronologie.
Boekgegevens
”Een klok weet niet hoe laat het is. En andere vraagstukken waar de wetenschap geen antwoord op heeft”, Willem Schoonen; uitg. Balans, 256 blz.; € 19,99.