Universiteiten: CPB tendentieus
De universiteiten vinden de conclusie van het Centraal Planbureau dat studenten meer voor hun studie kunnen betalen tendentieus.
De vaststelling van het CPB dat een langere studie meer loon oplevert voor een academicus, zou juist reden zijn om te pleiten voor meer investeringen door de overheid in het hoger onderwijs.
Het CPB-onderzoek noemden de universiteiten donderdag prima, maar de onderzoekers hebben volgens hen te weinig oog voor het maatschappelijk rendement van het hoger onderwijs. Het CPB zou ten onrechte het accent leggen op het profijt dat afgestudeerden zelf van hun opleiding hebben.
De universiteiten wijzen erop dat de verkorting van de studieduur in 1982 ten koste ging van het loon van academici, maar ook van opbrengsten van de overheid in de vorm van belastingen.
Volgens CPB-onderzoeker E. Canton is het alleen maar redelijk dat de overheid meer gaat betalen voor het hoger onderwijs als de maatschappij meer baat heeft van een langere studie dan de academici zelf. Dat is volgens hem nu in het algemeen niet het geval. Alleen bij opleidingen die voorzien in een grote maatschappelijke behoefte, bijvoorbeeld medische of technische opleidingen zou de overheid meer bij hoeven te dragen.
Overigens had het Centraal Planbureau al vastgesteld dat de lagere kosten voor de overheid van een kortere studie, niet opwegen tegen de achteruitgang in loon voor hoogopgeleiden. De teruggang van een vijfjarige naar een vierjarige opleiding scheelt 7 tot 9 procent loon.
De universiteiten vinden ook de conclusie van het CPB dat een kortere studiefinanciering studenten prikkelt tot beter studeren, te kort door de bocht. Zij wijzen erop dat de commissie-Vermeend, die zich boog over de toekomst van de studiefinanciering, stelde dat het nog te vroeg was voor harde conclusies over de effectiviteit van de prestatiebeurs. Bij de invoering van deze vorm van beurs in 1996 ging het recht op studiefinanciering terug van vijf naar vier jaar.