Bijeenkomst ZHHK: Roeping noodzakelijk voor zendingswerker
Roeping is niet alleen noodzakelijk om met zendingswerk te beginnen, maar ook om erin te volharden. En toch is zendingswerk „het heerlijkste werk dat er is.”
Dat was zaterdag te horen tijdens een informatiebijeenkomst in Veenendaal belegd door Zending Hersteld Hervormde Kerk (ZHHK).
Ds. W. M. Mulder, voorzitter van de commissie zending van de HHK, constateerde dat de belangstelling voor de bijeenkomst, die ongeveer tachtig mensen trok, dubbel zo groot was als bij voorgaande soortgelijke bijeenkomsten. Hij gaf aan dat ook de geldelijke opbrengsten voor de zending in de gemeenten een stijgende lijn vertonen.
Bewogenheid
Het thema van de bijeenkomst –in het pand van het Kerkelijk Bureau van de HHK– was ”Roeping, een noodzaak!?” Ds. B. D. Bouman sprak over ”Ben ik geroepen?”. De predikant van de hersteld hervormde gemeente Giessendam-Neder-Hardinxveld-Sliedrecht noemde een aantal kenmerken om dat te toetsen. Hij verwees naar de Heilige Geest, Die de roeping bewerkt en dan meestal grote bewogenheid opwekt met het heil van mensen in de omgeving. Als het om zendingswerk gaat, worden mensen die het Evangelie niet kennen op het hart gebonden, zo zei hij.
Een duidelijk kenmerk is volgens ds. Bouman dat de bewogenheid met het heil van mensen niet overgaat, maar juist toeneemt. „De onrust neemt toe als men geen gehoor geeft aan de roep van de Heere. Als je toegeeft, word je bereid om je eigen positie op te geven. Als je echter nog iets anders kunt doen dan zendingswerk, dan moet je dat doen, want dan ligt de eerste roeping niet in het zendingswerk.”
De bevestiging komt door het Woord van de Heere – of door het lezen ervan of tijdens de prediking, aldus ds. Bouman. „Dan worden alle andere deuren toegesloten en blijft alleen de roeping over. Het is belangrijk dat de bevestiging opkomt vanuit Gods Woord, om gewapend te zijn tegen teleurstellingen en negatieve ervaringen. Als je weet dat de Heere gesproken heeft, aarzel dan niet langer en ga met een vrijmoedig hart de weg die Hij wijst.”
Spanningen
Hoe nodig die roeping op het zendingsveld is, bleek uit de lezing van drs. G. Nieuwenhuis. De voormalig algemeen secretaris van Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) was zes jaar voor de zending werkzaam in Nigeria. Hij kreeg er te maken met spanningen met lokale werkers en met zendingswerkers. Op een bepaald moment liepen die zo hoog op dat hij ermee bij de Heere terechtkwam, zo zei hij. „Hij gaf mij de woorden: „Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.” Dat gaf ontspanning.”
Nieuwenhuis gaf een opsomming van allerlei zaken waaraan zendingswerkers moeten voldoen. „Ze dienen een goede gezondheid te hebben, goed te kunnen samenwerken, bereid te zijn om talen te leren en hun echtgenote moet voor 100 procent achter hen staan. Als ze eenmaal op het zendingsveld zijn, moeten ze er rekening mee houden dat de cultuur van het zendingsgebied heel anders is en dat de zendeling dus zijn denken moet veranderen.” Het zendingsveld brengt daarnaast moedeloosheid, eenzaamheid, ziekte, verdeeldheid, heimwee en geestelijke droogte met zich mee, aldus de vroegere zendingswerker.
„En toch”, zei Nieuwenhuis aan het einde van zijn toespraak, „zendingswerk is het heerlijkste werk. Een betere werkgever dan de Heere is er niet, Hij geeft meer dan Hij vraagt. De vrucht is zeker. En het zendingswerk leidt tot bijzondere ontmoetingen, die ik niet gehad zou hebben op een andere plaats. Zoals die met de Chinese predikant Tan die in een donkere gevangenis gezeten had. Desondanks zei hij: „Het is de wil van mijn hemelse Vader en ik zal mij erin verheugen.””