CU: Siriz niet ongelijk behandelen vanwege signatuur
Siriz moet net zoveel ruimte krijgen voor het aanbieden van keuzehulp aan onbedoeld zwangere vrouwen als organisaties van een andere signatuur. Een andere uitkomst van het Kamerdebat van dinsdagavond over de subsidie-eisen voor de keuzehulporganisaties is „ondenkbaar”, aldus CU-Kamerlid Dik-Faber dinsdag desgevraagd.
Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS) zal binnenkort een gesprek aangaan met alle organisaties die vanaf 2019 door de overheid bekostigde keuzehulp willen gaan bieden, stelt Dik-Faber. „De gesprekken moeten duidelijk maken dat alle instanties de keuzebegeleiding waarvoor ze worden gesubsidieerd ook geloofwaardig kunnen leveren”, aldus het Kamerlid.
Tot ongenoegen van de Algemene Rekenkamer wordt de keuzehulpverlening door het ministerie momenteel tamelijk ad hoc gefinancierd. Blokhuis organiseert daarom een zogenaamde open house; een vorm van een aanbesteding. Organisaties die keuzehulp willen bieden, kunnen zich bij het ministerie inschrijven. Wie aan de voorwaarden voldoet, komt in aanmerking voor een meerjarig subsidiecontract.
Over de al door hem opgestelde subsidie-eisen zijn Blokhuis en de Kamer nog in gesprek. Twee weken geleden stelde D66 nog een extra voorwaarde voor. Die kwam erop neer dat gesubsidieerde keuzehulporganisaties niet zouden mogen meedoen met activiteiten die de samenleving moeten overtuigen van hun waarden over ongeboren leven. Voor Siriz leek dat te betekenen dat de instelling geen mede-organisator van de Week van het Leven meer zou mogen zijn.
Zo’n mate van overheidsbemoeienis vindt de CU te veel gevraagd. Dik-Faber: „Voor ons staat vast dat Siriz een van de organisaties is die straks aan de openhouse moet kunnen meedoen. In Nederland hechten we aan diversiteit. Wat ons betreft, is er dus ook plaats voor organisaties zoals Siriz.”