Kerk & religie

Gebogen

22 July 2004 10:51Gewijzigd op 14 November 2020 01:27

Zo groot als de goedheid en de genade van God zijn, zo klein zijn daarentegen onze kracht en bekwaamheid. Hij is de sterke God en wij zijn zwakke mensen. Daarom vergelijkt Jesaja Gods kinderen met een riet en met een vlaswiek en wel zo dat het eerste gekrookt is en het tweede rokend. Hij noemt Zijn kinderen geen sterke bomen, die stormen kunnen weerstaan. Hij vergelijkt hen daarentegen bij een riet. Want zoals een riet in de laagte groeit, groeien ook de vromen in de laagte en de nederigheid. Daarom worden ze ook wel vergeleken met de leliën der dalen.Zoals een riet de wind niet tegenhoudt, maar daarvoor wijkt en naar de aarde buigt, is het ook met Gods kinderen. Wanneer de harde stormwinden van Gods oordelen waaien en de goddelozen mopperen en zich tegen God verzetten, worden zij verpletterd. Maar die de Heere liefhebben, hebben geleerd zich onder de hand van God te vernederen. Zij buigen zich naar de aarde als een riet. Zij danken God, Die hen bemoedigt en bezoekt, en kussen ootmoedig en eerbiedig de kastijdende hand van hun hemelse Vader. Ja, zoals een riet dat zich opricht en niet krom blijft, leiden ook de vromen een rechte en oprechte wandel volgens de regel van Gods Woord. Zij wijken op geen kromme wegen af.

C. Mel, predikant te Hersfelt (Duitsland) (De geopende genadetroon, 1712)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer