Onderzoek: Groenlandse ijskap smelt laatste decennia ongekend snel
De Groenlandse ijskap smelt steeds sneller weg. Sinds de start van de industrialisatie nam de snelheid van het afsmelten aanvankelijk met 50 procent toe. In de 20e eeuw kwam daar nog eens 30 procentpunt bij. Het smeltwater vormt momenteel zelfs hele rivieren van ijswater die de ooit kilometersdikke ijskap doorsnijden.
Een internationaal team, waarin ook de Universiteit van Utrecht participeerde, publiceerde er woensdag een artikel over in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. „Het afsmelten versnelde rond 1850, de tijd dat we de atmosfeer begonnen te veranderen”, zegt de Amerikaanse glacioloog Luke Trusel, hoofdauteur van artikel.
„Vergeleken met vroeger slaan de smelttemperaturen van vandaag alles, en deze studie toont dat aan”, laat co-auteur Sarah Das weten; zij is glacioloog bij het Woods Hole Oceanographic Institution (WHOI). „Deze eeuw deed de gestage temperatuurstijging er nog een schepje bovenop.”
Het gevolg is dat Groenland momenteel de grootste bijdrage levert aan de zeespiegelstijging. „Een grotere dan we de laatste drieënhalve eeuw, mogelijk zelfs de afgelopen millennia hebben gezien”, stelt Trusel.
Ongekend tempo
De ijskap verliest zijn water op twee manieren. IJsbergen kalven af van de randen van de gletsjers en storten er in de oceaan. Maar meer dan de helft van het water dat van de ijskap komt, ontstaat inmiddels bovenop de ijskap, doordat sneeuw aan het oppervlak „in een ongekend tempo” wegsmelt. De wetenschappers wijten daaraan ook de hitte en de droogte van de afgelopen zomer in Europa.
„Groenland raakt zijn ijskap sneller kwijt dan de wereldwijde stijging van de temperatuur zou doen vermoeden”, waarschuwt Trusel. „De zeespiegelstijging die ons te wachten staat als de aarde blijft opwarmen, zal al het voorgaande in de schaduw zetten.” Aanwijzingen dat het afsmelten vertraagt, zijn er vooralsnog niet.
Zomerdagen
De wetenschappers gingen niet over één nacht ijs. Ze namen tal van boormonsters uit de ijskap zelf en uit gletsjers aan de kust. Ze konden daarmee terugkijken tot halverwege de zeventiende eeuw.
Op warme zomerdagen smelt er meer ijs weg aan het oppervlak van de ijskap. Op lagere hoogten verloopt het afsmelten nog sneller. Het smeltwater stroomt er van de ijskap af, de oceaan in. Daar draagt het direct bij aan de zeespiegelstijging.
Hoe hoger op de ijskap, hoe meer kans dat het smelwater dat op zomerdagen ontstaat, ’s nachts weer bevriest. Dat voorkomt dat het direct de oceaan instroomt. De wetenschappers vonden dan ook tal van dikke ijsbanden van bevroren smeltwater in het pakijs. Hoe dikker de ijsbanden, hoe meer ijs aan het oppervlak van de ijskap is gesmolten tijdens warme zomers.
Satellietmetingen
Ze combineerden de gegevens uit de boorkernen met satellietmetingen en geavanceerde klimaatmodellen. Met die combinatie van gegevens konden de wetenschappers uitspraken doen over de hele Groenlandse ijskap.
„We hadden altijd al het gevoel dat er de afgelopen decennia veel ijs is gesmolten, maar we hadden niets om onze metingen mee te vergelijken”, legt masterstudent en co-auteur Matt Osman uit. „Door de combinatie van ijsmonsters en satellietmetingen hebben we een duidelijker beeld gekregen van het buitengewoon snelle verloop van het smeltproces tijdens de afgelopen decennia.”
Trusel constateert verder dat de Groenlandse ijskap momenteel veel gevoeliger is geworden voor stijgende temperaturen. Een klein beetje extra opwarming veroorzaakt vandaag de dag een veel grotere versnelling in het afsmelten dan 50 jaar geleden.