Slob schrijft dat dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. Momenteel is het praktijkonderwijs de enige schoolsoort in het voortgezet onderwijs waarin leerlingen na afronding van de opleiding geen getuigschrift krijgen.

Met de invoering wil Slob de leerlingen in het praktijkonderwijs „de erkenning geven die zij verdienen.” Het praktijkonderwijs is bedoeld voor leerlingen voor wie het vmbo te zwaar is. Er zijn 175 scholen voor praktijkonderwijs en ongeveer 30.000 leerlingen. De meeste leerlingen gaan na het praktijkonderwijs aan het werk. Het is de enige schoolsoort in het voortgezet onderwijs zonder eindexamen.

Een praktijkopleiding duurt meestal vijf jaar. In die tijd volgen leerlingen via een eigen ontwikkelplan theorie en praktijkvakken. Omdat leerlingen niet allemaal hetzelfde onderwijs krijgen, komt er geen landelijk examen.

Toch verdienen deze leerlingen volgens minister Slob aan het eind van hun middelbare schooltijd een bewijs van hun prestaties. „Leerlingen in het praktijkonderwijs willen net als andere leerlingen laten zien wat zij kunnen”, zegt hij.

Schooldiploma

Omdat in het praktijkonderwijs geen eindexamen wordt afgenomen, gaat het om een schooldiploma. Aan het schooldiploma kunnen bijvoorbeeld branchecertificaten en praktijkverklaringen worden toegevoegd.

De minister zegt de wet zo snel mogelijk in te voeren. Ondertussen gaat hij gesprekken voeren om te zorgen dat zo veel mogelijk scholen alvast schooldiploma’s gaan afgeven.

Slob wil ook dat leerlingen in het praktijkonderwijs meer kansen krijgen om door te stromen naar het vmbo. In het schooljaar 2019-2020 start daarom voor dertig scholen een pilot waarbij leerlingen uit het praktijkonderwijs les kunnen volgen op een vmbo-locatie.

Zo worden zij in twee of drie jaar stapsgewijs voorbereid op het vmbo. Leerlingen die dit niveau aankunnen, stromen daarna door naar het vmbo.