„Varkenssector verdient meer waardering”
Linda Janssen-Verriet, de nieuwe voorzitter van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), wil werken aan waardering voor de sector. Die moet de tijd krijgen om zich te verduurzamen, vindt zij.
Janssen (38) werd maandag tijdens de algemene ledenvergadering van de POV unaniem gekozen tot opvolger van Ingrid Jansen, die in de zomer haar vertrek aankondigde maar in oktober vervroegd opstapte, samen met vice-voorzitter Eric Douma. Beiden toonden zich geïrriteerd over tegenwerking van sommige boeren uit de hoek van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV), de vroegere tegenhanger van de brede boerenorganisatie LTO. Jansen en Douma hebben zich de afgelopen jaren juist sterk gemaakt voor een samengaan van NVV en de LTO-vakgroep Varkenshouderij.
Een stevige duw om in één schip te komen was het besluit van het tweede kabinet-Rutte om de productschappen op te heffen. Dat leidde in 2013 tot de oprichting van de POV, die een aantal privaatrechtelijke taken van het vroegere Productschap Vee en Vlees overnam. In mei 2017 werd besloten ook de belangenbehartiging bij de POV onder te brengen.
Er was nogal wat onrust de laatste tijd. Is dat nu voorbij?
„LTO en NVV waren van oudsher heel verschillende organisaties. Die zijn in korte tijd bij elkaar gekomen. Ik heb het voordeel dat ik van geen van beide lid ben geweest. Ik hoop aan versterking van de eenheid te werken. De sector staat achter de POV. Zo’n 70 procent van de varkensbedrijven is aangesloten, gerekend in dieraantallen ligt dat percentage nog hoger.”
U vindt dat de varkenshouders in een oneerlijke positie worden geduwd. Wat bedoelt u daarmee?
„Over voedsel hoeven we ons in Nederland niet druk te maken. Maar er is een stroming in de samenleving die de varkenshouderij het liefst uit ons land ziet verdwijnen. Dat geeft een enorme druk op de sector. Ik vind dat onterecht. Onze varkenshouders zijn vakmensen. Ze nemen hun verantwoordelijkheid. Het antibioticagebruik bijvoorbeeld is de afgelopen jaren enorm verminderd, en zo zijn er meer thema’s. Ik vind dat de sector vertrouwen en bewondering verdient en de tijd moet krijgen die ze nodig heeft.”
U doelt op 200 miljoen euro die het kabinet beschikbaar stelt om de sector weer vitaal te maken?
„Ja. De varkenshouderij verdient een betere toekomst en daar ga ik mijn best voor doen. We zijn volop bezig met het uitwerken van een warme sanering. Daarvoor gaan we in 2019 stappen zetten. Er zullen bedrijven uitgeplaatst worden uit gebieden met veel varkenshouderijen, waar sprake is van overlast voor de omwonenden, denk aan fijnstof en geur. Verder gaan we investeren in de ontwikkeling en bouw van milieuvriendelijkere stallen.”
Hoe staat de sector er voor?
„De zeugenhouders kampen al lange tijd met hele lage biggenprijzen. Ook de vleesprijzen voor de vleesvarkenhouders zijn laag. De kosten voor de afzet van mest rijzen de pan uit, doordat de verwerking van mest stagneert. Initiatieven zijn er wel, maar het is heel moeilijk om een vergunning te krijgen voor de bouw van een mestverwerkingsinstallatie.”
U bent geen varkenshouder maar wel ondernemer. Gaat u dat met uw nieuwe functie combineren?
„Ik heb een consultancybedrijfje maar dat ga ik afbouwen. Dat was al de bedoeling toen ik eerder dit jaar beleidsmedewerker bij de POV werd. Die functie draag ik ook over.”